Besluiten over ruimtelijke ordening of gebiedsontwikkeling vragen om een evenwichtige bestuurlijke belangenafweging. Die afweging is vanwege de beperkte ruimte in Nederland vaak complex. Met welke functies is het maatschappelijk belang in een gebied of regio het beste gediend? Een nauwkeurig beoordelingskader helpt bij het nemen van een zorgvuldig afgewogen besluit.
Wanneer de inrichting van een gebied of regio bestuurlijke vragen oproept, helpen wij bestuurders en andere betrokkenen verschillende ruimtelijke scenario's of ontwikkelrichtingen te vergelijken. Het instrument dat we daarvoor gebruiken is het beoordelingskader. Daarmee maken we inzichtelijk hoe verschillende ruimtelijke keuzes van invloed zijn op de maatschappelijke doelstellingen en financiële haalbaarheid van een project. We toetsen verschillende scenario's aan bestaande criteria of ontwikkelen deze criteria in samenwerking met de opdrachtgever.
Als we een beoordelingskader maken, verhelderen we eerst wat de hoofddoelen zijn in het gebied of de regio waarvoor een besluit nodig is. De hoofddoelen vormen de grote lijnen in de ontwikkeling van een gebied. Denk hierbij aan thema's als verstedelijking/woningbouwopgave, mobiliteit, duurzaamheid, groen, recreatie. Soms zijn al deze hoofddoelen al duidelijk benoemd, soms nog niet. Als het nodig is concretiseren we ze samen met de opdrachtgever. Daarna formuleren we subdoelen waar we meeteenheden aan kunnen koppelen. Die maken de effecten van ruimtelijke keuzes zichtbaar.
Een praktijkvoorbeeld: stel dat een hoofddoel voor regionale ontwikkeling 'verstedelijking' is. Mogelijke subdoelen zijn dan bijvoorbeeld: diversiteit in woonmilieus en toegang tot voorzieningen. Als meeteenheid voor 'toegang tot voorzieningen' kan je dan denken aan het aantal winkels, restaurants, sportclubs, musea, bioscopen dat voor bewoners binnen een bepaalde reistijd bereikbaar is. Zo'n meeteenheid als 'reistijd' maakt duidelijk hoe een plan voor gebiedsontwikkeling of ruimtelijke ordening via het subdoel 'toegang tot voorzieningen' bijdraagt aan het hoofddoel 'verstedelijking'. Dit levert per doel scores op waarmee varianten voor gebiedsontwikkeling op een objectieve manier zijn te vergelijken.
Lees hoe wij het beoordelingskader hebben ingezet voor het MIRT Onderzoek metropoolregio Utrecht
Op basis van kwalitatieve of kwantitatieve data, of een combinatie daarvan, levert het beoordelingskader een kort en helder overzicht op. De voor- en nadelen van verschillende ruimtelijke keuzes bij de ontwikkeling van een gebied zijn daarmee in een oogopslag vergelijkbaar. Dit maakt bestuurlijke besluiten mogelijk op basis van een objectief inzicht in de effecten van verschillende ruimtelijke scenario's. Het onderzoek en rekenwerk dat we doen bij het opstellen van een beoordelingskader, vatten we samen in een rapportage die zowel een kernachtige samenvatting op hoofdlijnen biedt, als inzicht in het gedetailleerde onderzoek zelf.
Een bijzondere vorm van het beoordelingskader is de maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA), die bij de besluitvorming over sommige ruimtelijke opgaven wettelijk verplicht is. Kenmerkend voor de MKBA is dat alle welvaartseffecten in financiële kosten en baten worden omgerekend. In tegenstelling tot het 'gewone' beoordelingskader, maakt het MKBA de effecten van ruimtelijke keuzes dus meetbaar in geld. Een groot voordeel daarvan is dat alle effecten vergelijkbaar worden gemaakt onder één noemer. Daarbij is er geen weging in de criteria en zijn er strikte regels voor de manier waarop de effecten worden berekend. Een MKBA levert een financiële onderbouwing van de positieve of negatieve welvaartseffecten die verschillende ruimtelijke scenario's in een gebied hebben, zoals recente mkba's van de effecten van gemengd bouwen in aandachtswijken bijvoorbeeld laten zien.
Een verstedelijkingsdoel als 'toegang tot voorzieningen', dat je in een 'gewoon' beoordelingskader kan gebruiken om met behulp van 'reistijd' een positief of negatief effect te berekenen, wordt bij een MKBA dus omgezet in een welvaartseffect dat in geld wordt uitgedrukt. Dat maakt dat expliciete beleidsdoelen soms minder zichtbaar met een MKBA kunnen worden beoordeeld. De vraag of een bepaalde richting voor gebiedsontwikkeling wel of niet bij het gewenste profiel past van een gemeente, provincie of regio, is met een 'gewoon' beoordelingskader bijvoorbeeld gemakkelijker te beantwoorden dan met een MKBA. Dit is soms van invloed op de keuze voor een MKBA of 'gewoon' beoordelingskader. We zetten de MKBA ook in voor het Nationaal Groeifonds.