<img height="1" width="1" style="display:none;" alt="" src="https://px.ads.linkedin.com/collect/?pid=1974505&amp;fmt=gif">
TG_logo_wit
Werken bij

    Waar wij aan werken

    Met onze adviseurs, managers en opleiders dragen we bij aan duurzame, maatschappelijke veranderingen. Denk aan de energietransitie en de klimaatdoelen, de toekomst van de landbouw, goed onderwijs, passende zorg, de slagkracht van onze defensie, oplossingen voor de krapte op de woningmarkt en hoe we het best van A naar B reizen. De uitdagingen zijn groot, maar onze kracht ligt in daadkracht. We laten transities werken.

    Wie we zijn

    Onze adviseurs en managers hebben uiteenlopende expertises en voelen zich verantwoordelijk voor de uitvoering. Duurzaamheid is een integraal onderdeel van onze werkwijze.

    ,

    Recente vacatures

    Leiderschapsontwikkeling

    Senior Adviseur Leiderschaps­­ontwikkeling in het Publiek Domein

    Jij ziet en ervaart ook dat publieke leiders voor ingewikkelde uitdagingen staan. De noodzaak om steeds meer samen te werken over teams en afdelingen en vooral de grenzen van de organisatie heen is groot. Veel overheidsorganisaties hebben te maken steeds meer taken, terwijl budgetten niet direct...

    Solliciteer nu
    Mobiliteit en Infrastructuur

    Managementassistent Mobiliteit & Infrastructuur

    Ben je een proactieve, veelzijdige en vooral creatieve managementassistent die graag het verschil maakt in een dynamische werkomgeving waarbij ook deadlines om de hoek komen kijken? Wil je een spilfunctie vervullen binnen onze adviesgroep en maatschappelijke impact maken? Heb je ervaring op het...

    Solliciteer nu
    Bekijk alle vacatures

    Convenant als ankerpunt voor langjarige wind bouwopgave

    Windmolens langs de snelweg, tussen woonwijken en in polders: het beeld is inmiddels vertrouwd. Maar ze daar krijgen is niet eenvoudig. Het convenant Realisatie Windenergie Stadsregio Rotterdam, dat in 2012 van start ging, laat zien hoe techniek, bestuur en draagvlak samenkomen, en soms met elkaar botsen. De betrokkenen bij deze bijzondere samenwerking blikken samen terug op het proces, maar kijken ook alvast vooruit.

    Auteur(s)

    Datum

    25 november 2025

    Leestijd

    Convenant als ankerpunt voor langjarige windopgave

    In 2012 tekenden de gemeenten in de voormalige stadsregio Rotterdam een convenant om 150 megawatt (MW) windenergie te realiseren. Het gebied: het stedelijke Rotterdam, exclusief het havengebied, waar al eerder een apart Havenconvenant liep. Het doel was bijdragen aan de provinciale opgave van 735,5 MW wind op land, onderdeel van de 6.000 MW uit het Energieakkoord 2013.

    Gesprekspartners

    Om een samenwerkingsvorm als het convenant Realisatie Windenergie Stadsregio Rotterdam op koers te houden, is ingewikkeld. Om daarop nog eens goed terug én vooruit te kijken gaan interim-managers Jan van Belzen (convenantvoorzitter) en Dieter de Vroomen (procesbegeleider) in gesprek met Peter Reijns, partner Interim Management bij TwynstraGudde (TGIM), en Pim Nijssen, partner Samenwerken bij TwynstraGudde en specialist op het gebied van samenwerkingskunde. ‘Complexe opdrachten als deze vragen vaak om gepast te reflecteren, subtiel mee of tegen te denken of vanuit de achtergrond te interveniëren’, aldus Peter Reijns. ‘Met respect voor de bedoelingen en belangen van een ieder en ook van het geheel. En met als belangrijke vraag, ook in dit gesprek: welke opbrengsten en successen zijn uiteindelijk te duiden voor de belanghebbenden?’ Pim Nijssen: ‘Het convenant als samenwerkingsvorm is een effectief instrument voor complexe, langlopende beleidsopgaven, zoals windenergie. Het is geen bindende juridische verplichting, maar een gezamenlijke inspanningsovereenkomst met gedeelde ambities.’ Pim voegt aan dit gesprek enkele theoretische kaders en reflecties toe.

     

    Gezamenlijke opgave

    De windopgave is complex en de Stadsregio Rotterdam lost complexe problemen graag samen op. ‘In dit gebied komen wonen, industrie en transport geconcentreerd samen en heb je elkaar doorlopend nodig,’ zegt procesbegeleider Dieter de Vroomen. Omdat alle partijen de windopgave als een gezamenlijke opgave zagen, is gekozen voor een convenant. ‘Wat dit convenant uniek maakte,’ vertelt Jan van Belzen, ‘was dat álle gemeenten tekenden, ook die zonder eigen windlocaties. Zo committeerden we ons aan een gezamenlijke opgave, niet alleen voor de eigen achtertuin.’ De windlocaties waren bovendien vastgelegd in de provinciale Verordening Ruimte en Mobiliteit, waardoor ze niet zomaar konden worden aangepast. Dat gaf duidelijkheid, maar ook spanning. Technisch gezien was de ambitie haalbaar: geschikte locaties, bewezen technologie en voldoende wind. Toch duurde het jaren om tot realisatie te komen. Bestuurlijke wisselingen, veranderende wet- en regelgeving en maatschappelijke weerstand vertraagden het proces. ‘Windenergie is een lang traject, namelijk gemiddeld zeven jaar,’ blikt Jan van Belzen terug. ‘In die tijd wisselen gemeentebesturen minstens één keer, provinciaal en landelijk gebeurt dat ook. Nieuwe bestuurders brengen nieuwe prioriteiten mee. Wat gisteren haalbaar leek, kan morgen politiek onbespreekbaar zijn.’ Ook externe factoren speelden een rol. ‘De staalprijs steeg opeens fors,’ zegt Dieter de Vroomen. ‘Termen als netcongestie waren in 2012 nog onbekend, maar werden later opeens een probleem. We moesten dus continu schakelen tussen techniek en beleid.’

    Het convenant is een middel, geen doel. Het gaat om vertrouwen en volhouden. Dat is misschien wel de grootste les voor de energietransitie.

    Jan van Belzen

    Convenantvoorzitter

    Convenant als bindmiddel

    Het convenant bood houvast. Door hun handtekening legden gemeenten een inspanningsverplichting vast: meewerken aan het gezamenlijke doel, ook als er lokaal weerstand was. Voor de provincie gold een resultaatverplichting: zij moest zorgen voor de ruimtelijke kaders. ‘Een convenant is meer dan een handtekening,’ benadrukt Jan van Belzen. ‘Het schept verplichtingen. Ook opvolgende colleges zijn eraan gebonden. Dat maakt het een krachtig instrument. Maar het is ook complex, want je houdt elkaar vast, terwijl je je vrijheid wilt behouden.’ Dieter de Vroomen vult aan: ‘Het Zwaard van Damocles hing altijd boven de tafel. Als we er samen niet uitkwamen, zou de provincie ingrijpen. Niemand wilde dat scenario, dus bleef iedereen in gesprek, ook al was het soms knarsend’.

    Convenant als ankerpunt voor langjarige windopgave

    Intensief bestuurlijk overleg

    In het begin vergaderden de partijen twee keer per jaar. Dat bleek te weinig. ‘Bij de verlenging van het convenant hebben we ingezet op dynamiek en verbinding,’ vertelt Dieter de Vroomen. ‘We gingen naar vier, vijf bijeenkomsten per jaar. En we bezochten wethouders persoonlijk. Dat gaf veel meer eigenaarschap.’ Ook tijdens de coronaperiode werd de symboliek niet vergeten. ‘We hebben toen fysieke handtekeningen opgehaald. Gewoon, omdat het belangrijk was om het commitment te blijven voelen.’

    Informele lijnen

    Veel voortgang werd geboekt tussen vergaderingen door. Ambtenaren stemden af, deelden informatie en bereidden besluitvorming zorgvuldig voor. ‘Dat ging niet vanzelf, dus moesten we dat eerst organiseren,’ zegt Jan van Belzen. ‘Soms zaten we eerst met de ambtenaar om tafel. De wethouder kon dan later een stap naar voren doen en een toelichting geven. Dat voorkwam verrassingen en maakte het gesprek constructiever.’

    Niets zeggen, niet komen, maar wel roepen dat iets niet kan. Dat werd niet geaccepteerd.

    Dieter de Vroomen

    Procesbegeleider

    Zelfversterkend vermogen

    Partijen spraken elkaar onderling aan op afwezigheid of obstructie. ‘Ik heb bij de start van de verlenging een onderscheid gemaakt tussen ‘niet kunnen’ en ‘niet willen’. Dat was zichtbaar door niets zeggen,’ herinnert Dieter de Vroomen zich. ‘Niets zeggen, niet komen, maar wel roepen dat iets niet kan. Dat werd niet geaccepteerd. De andere gemeenten spraken hen daarop aan. Uiteindelijk deden ze weer mee.’ Volgens Jan van Belzen was dit cruciaal: ‘Die balans is delicaat. ‘Einzelgängers redden het niet. Dat is een harde les: je kunt je niet onttrekken aan samenwerking. Dan beland je in het moeras. Als voorzitter ben ik niet monddood, maar laat problemen eerst onderling uitzoeken. Dat versterkt het vertrouwen en maakt de samenwerking volwassener.’

    Peter Reijns: ‘Soms helpt een ander perspectief om het gesprek te verbreden’. ‘Inderdaad’, legt Jan van Belzen uit, ‘we vroegen bijvoorbeeld NGO’s en Havenbedrijf Rotterdam een brief te sturen naar de partners. Niet alleen over windenergie, maar over regionale leveringszekerheid. Dat veranderde de toon en gaf nieuwe energie.’

    peter Peter Reijns, partner TwynstraGudde Interim Management; Pim Nijssen, partner samenwerken bij TwynstraGudde;
    interim-manager Dieter de Vroomen, procesbegeleider en interim-manager Jan van Belzen, convenantvoorzitter.

    Wat werkte minder goed?

    Ook kwamen er nieuwe ruimtelijke opgaven, zoals de woonopgave, die concurreerden met de windlocaties. Nieuwe inzichten, zoals netcongestie, konden nauwelijks worden verwerkt. ‘Gemeenten zaten gevangen in hun eigen systeem,’ stelt Jan van Belzen. ‘Dat past niet meer bij hoe we nu moeten werken.’ Hoewel bestuurlijk commitment geregeld was, bleef draagvlak onder inwoners een punt. ‘Sommige gemeenten durfden geen knoop door te hakken uit angst voor protesten. De ‘hete aardappel’ werd soms doorgeschoven.’

    Ongelijke posities

    Rotterdam speelde een voortrekkersrol, kleinere gemeenten hadden minder ruimte en middelen. ‘Iedereen wilde wel helpen,’ zegt Dieter de Vroomen, ‘maar de posities waren niet gelijk verdeeld. Een aantal gemeenten was bijvoorbeeld geen windlocatie, maar moest toch een bijdrage leveren. Die deden dat bijvoorbeeld door hun kennis te delen.’ De verschillende uitgangspunten zorgden voor spanning én voor creativiteit. Pim Nijssen: ‘Je redeneert vanuit de opgave: Wat levert het de samenleving op, maar mensen willen ook weten: wat levert het míj op? Een van de succesfactoren van een convenant is dan ook oog hebben voor zowel het collectieve als het individuele belang. Het bedienen van andere belangen helpt ook mee aan het succes’. Daardoor ontstonden ook verrassende nevenresultaten, weet Dieter de Vroomen. ‘Zo zijn er afspraken gemaakt over woningbouw, omdat daar ruimte voor was aan tafel. Dat viel buiten de kaders van het convenant, maar het hielp de samenwerking enorm.’

     

    Naast kilowatts en windmolens levert het convenant dan ook sociale en bestuurlijke winst op, namelijk betere samenwerking, wederzijds vertrouwen en regionale veerkracht.

    Jan van Belzen

    Convenantvoorzitter

    Masseren, duwen en helpen

    Conflicten vermijden leidt tot stilstand, zo hebben Jan en Dieter ervaren. ‘Door open gesprekken, soms op neutrale locaties als een bedrijf of buurthuis, werden begrip en voortgang groter,’ zegt Jan van Belzen. ‘Investeren in relaties en informele netwerken bleek dan ook cruciaal.’ Dieter de Vroomen benadrukt dat hun persoonlijke bezoeken aan de bestuurders en de ambtelijke voorbereiding het verschil maakten. ‘We masseren, duwen en helpen. Dat was niet altijd zichtbaar voor de andere bestuurders, maar het houdt de boel in beweging. Iedereen moet het gevoel hebben dat het gezamenlijke doel belangrijker is dan individuele belangen. Dat vraagt om voortdurend herhalen: waarom doen we dit samen? Dat stimuleerde het collectieve eigenaarschap’.

    Blog-bg-windenergie1

    Sociale en bestuurlijke winst

    Wat Jan van Belzen bijblijft, is ‘dat we iets voor elkaar hebben gekregen wat in 2010 nog onmogelijk leek. Niet omdat de techniek beter werd, maar omdat we over een langere periode leerden samenwerken, terwijl bestuurders wisselden. Naast kilowatts en windmolens levert het convenant dan ook sociale en bestuurlijke winst op, namelijk betere samenwerking, wederzijds vertrouwen en regionale veerkracht’.

    Het belang van onafhankelijke procesbegeleiding in een veranderend speelveld  

    Dit artikel is het eerste uit een serie van twee artikelen die zijn samengesteld op basis van een gesprek tussen convenantvoorzitter Jan van Belzen, procesbegeleider Dieter de Vroomen, TGIM-partner en ‘schaduwmanager’ Peter Reijns en specialist samenwerkingskunde Pim Nijssen. Het tweede artikel gaat in op de dynamiek van bestuurlijke wisselingen en toch ervoor zorgen dat de lange termijndoelen overeind blijven. In het artikel ook aandacht voor welke afspraken, monitoring en programmamanagement helpen om koers te houden en voor het belang van onafhankelijke procesbegeleiding in een veranderend speelveld. 

    Maak kennis met

    Peter Reijns

    Peter Reijns

    Partner

    Sinds januari 2021 ben ik partner bij TwynstraGudde Interim Management en Executive Search. Ik richt mij voornamelijk op de overheid, woningcorporaties en het bedrijfsleven. Ik heb een financiële en bedrijfsvoering achtergrond en ruime ervaring als strategisch adviseur, uitvoerend interim manager en business partner voor directies en besturen voor hun strategische opgaven.

    Pim Nijssen

    Pim Nijssen

    Partner

    Ik help partijen beter samenwerken. Dat doe ik als adviseur, trainer of coach. Opdrachtgevers vragen mij hen te helpen bij het bouwen, verbeteren of evalueren van een samenwerkingsverband of het opleiden van professionals voor de vaardigheden die nodig zijn om goed te kunnen samenwerken.

    Lees meer in deze reeks