Onderzoek of naast de bestaande vitale aanbieders binnen het proces KBW - Rijkswaterstaat en de waterschappen - nog andere overheidsorganisaties door het ministerie moeten worden aangemerkt als vitale aanbieder binnen het waterdomein.
Toetsingskader
We maakten een toetsingskader dat beoordeling van het complexe vraagstuk vanuit drie perspectieven mogelijk maakte.
Afgewogen advies
We hebben de relevante criteria integraal afgewogen om vervolgens een weloverwogen advies te geven.
Genuanceerde besluiten
Het ministerie kan een genuanceerd besluit nemen over het eventuele aanwijzen van nieuwe vitale aanbieders.
Nederland kent een beschermingsaanpak van de vitale infrastructuur. Binnen die beschermingsaanpak bestaat de 'cyclus vitaal'. De ‘cyclus vitaal’ is een methodiek waarbij de ministeries, die beleidsmatig verantwoordelijk zijn voor vitale infrastructuur, elke vier jaar (her)beoordelen welke processen aan te merken zijn als vitaal en of het juiste netwerk van ‘vitale aanbieders’ – de voor het vitale proces cruciale organisaties – bij het beschermen van het vitale proces betrokken is. Het vitale proces Keren en Beheren van Waterkwantiteit (KBW) richt zich op het voorkomen van overstromingen en (extreme) wateroverlast. In opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voerde TwynstraGudde onderzoek uit naar de vraag of er naast de bestaande vitale aanbieders binnen het proces KBW nog andere overheidsorganisaties door het ministerie moeten worden aangemerkt als vitale aanbieder.
Toetsingskader ontwikkeld
Ons gecombineerde team van adviseurs met kennis van enerzijds nationale veiligheid en bescherming van vitale processen, en anderzijds van bescherming tegen overstromingen en wateroverlast heeft hiervoor de wettelijke rollen, taken en verantwoordelijkheden van mogelijke kandidaten in gesprek met (koepel)organisaties grondig in beeld gebracht. Hierna zijn deze getoetst aan vooraf geïdentificeerde criteria voor vitale aanbieders en kritieke of belangrijke entiteiten. Omdat er vanuit beleid en regelgeving verschillende criteria in beeld waren, heeft TwynstraGudde een kader ontwikkeld om de rollen en taken van de kandidaten te toetsen aan criteria vanuit drie verschillende perspectieven. De criteria voor vitale aanbieders vanuit het perspectief van nationale veiligheid, de criteria voor kritieke entiteiten vanuit de Europese CER-richtlijn (fysieke dreigingen, in de toekomst de Wet weerbaarheid kritieke entiteiten) en de criteria voor essentiële entiteiten vanuit de NIS2-richtlijn (digitale dreigingen, in de toekomst de Cyberbeveiligingswet).
Genuanceerde besluitvorming
Wij hebben de criteria integraal afgewogen om vervolgens het ministerie hierover te adviseren. Met de periodieke herbeoordeling en ons advies kan het ministerie goed onderbouwde besluiten nemen over het eventuele aanmerken van nieuwe organisaties als vitale aanbieders van diensten ter voorkoming van overstromingen en (extreme) wateroverlast.
Waarom TwynstraGudde?
In deze opdracht op het snijvlak van het waterdomein en nationale veiligheid konden wij verschillende expertises binnen TwynstraGudde samenbrengen. Kennis van het waterdomein combineerden we met kennis over nationale veiligheid en kritieke entiteiten. Dat is het bijzondere van TwynstraGudde, we zijn in staat de noodzakelijke disciplines in onze organisatie samen te brengen om een vraag vanuit verschillende perspectieven te beantwoorden. We begrijpen (overheids)organisaties en kennen de gevoeligheden en vertrouwelijkheid van vraagstukken waarmee ze te maken hebben.
Meer informatie over hoe wij u kunnen helpen bij het identificeren van vitale processen en kritieke entiteiten, neem contact op met Leon Ziengs. Of wilt u meer weten over onze kennis van het waterdomein, neem contact op met Emmelie Hogerheijde.