Breng de potentie van de Nedersaksenlijn in kaart en ontwikkel een toekomstperspectief voor het gebied, waarbij niet alleen bereikbaarheid maar ook brede welvaart centraal staat.
Brede welvaart centraal
Focus op meer dan bereikbaarheid: ook leefbaarheid, economie, onderwijs en sociale structuren.
Innovatieve aanpak
Ontwerpend onderzoek met maakdagen en samenwerking tussen alle disciplines.
Toekomstperspectief
Eén verhaal waarin ruimtelijke analyse, vervoersconcept en sociaaleconomische effecten samenkomen.
Met de Nedersaksenlijn willen de betrokken overheden de regio’s beter ontsluiten en de brede welvaart in het omliggende gebied vergroten. Daarmee is de lijn niet alleen een spoorlijn, maar ook een katalysator voor sociaaleconomische structuren, investeringen in de leefomgeving en grensoverschrijdende samenwerkingen. In het MIRT-onderzoek is toegewerkt naar een ontwikkelperspectief voor de toekomst van het gebied met de Nedersaksenlijn als drager. Onderdeel is een analyse van de brede welvaart nu en in de toekomst, een ruimtelijke analyse op regionaal en lokaal niveau en een uitwerking van het vervoersconcept en infrastructuur tussen Groningen en Enschede. Dit is onderbouwd met een inschatting van de investeringskosten.
Effecten in kaart
De gebruikelijke methodiek voor dit soort onderzoeken is om eerst de maatschappelijke kosten en baten te analyseren. De praktijk wijst echter uit dat het saldo, dat daaruit ontstaat, vooral investeringen in dichtbevolkte regio’s stimuleert. Daar wonen immers de meeste mensen en hebben bereikbaarheidswinsten bijvoorbeeld de grootste effecten. Vanuit het adagium Elke Regio Telt en door de effecten breder te trekken, is de term ‘brede welvaart’ geïntroduceerd. In dit MIRT-onderzoek is die term voor het eerst als basis gebruikt om de effecten van de lijn in kaart te brengen.
Maakdagen
De onderzoeksmethode hebben we werkenderwijs ontwikkeld. Eerst hebben we een opzet gemaakt en indicatoren vastgesteld om brede welvaart te kunnen meten. Dat werd een combinatie van kwalitatieve en kwantitatieve data. Vooral het vinden van kwalitatieve data was een uitdaging en vroeg veel nadenken van alle betrokkenen. Om dat te faciliteren, hebben we zeven ‘maakdagen’ georganiseerd, waar we ministeries, provincies en gemeentes bij elkaar hebben gezet en ontwerpend onderzoek lieten doen. Kortgezegd: vul elkaar maar aan. Iedereen kon input geven en een inhoudelijke bijdrage leveren. Dat zorgde voor een grote betrokkenheid, omdat er werd geluisterd naar alle disciplines in de regio, van onderwijs en mobiliteit tot zorg en wonen. Dát was het meest vernieuwende van dit onderzoek.
Werken vanaf blanco vel
Het werken vanaf een blanco vel vond iedereen erg leuk om te doen. Het maakte duidelijk dat voor een bredere welvaart meerdere oplossingen bestaan. Een voorbeeld. De Nedersaksenlijn kan zorgen voor meer mobiliteit van inwoners, maar ook een extra ingreep in de ruimtelijke ordening kan bijdragen aan brede welvaart. Concreet kunnen leerlingen met een beter OV makkelijker naar hun school gaan, maar je kan ook een station bouwen in de buurt van een school of andersom. Door de wensen en behoeftes van alle tussenliggende gemeentes in kaart te brengen, hebben we geschetst welke dorpen de meeste waarde uit de Nedersaksenlijn kunnen halen. Daaruit hebben we varianten bedacht van potentiële stations en de loop van de spoorlijn gemaakt, inclusief dienstregelingen en kosten. Deze casus, voorzien van kaarten en beeldmateriaal hebben we tijdens de maakdagen gepresenteerd. Vervolgens hebben we met elkaar besproken waar en hoe alle wensen en behoeftes het meest bij elkaar komen.
Kort cyclisch en integraal
Zo hebben we vanuit het perspectief van brede welvaart de verschillende opgaves vertaald naar wat de spoorlijn daaraan kan bijdragen. We hebben vier denkrichtingen bepaald om te kijken naar de lange termijneffecten (2040) op wonen, vrije tijd, welzijn, arbeid, kosten, aantal treinreizigers én brede welvaart. Ook hebben we nagedacht over welke elementen per denkrichting nodig zijn. Deze aanpak is dan ook een niet-gebruikelijke vorm van ontwerpend onderzoek, namelijk kort cyclisch en integraal. Dat maakt het ingewikkeld, maar de gevonden oplossingen dragen wél bij aan zoveel mogelijk oplossingen. Zo wordt de volledige potentie van de regio benut. Op de zevende maakdag hebben we verteld hoe wij als TwynstraGudde de Nedersaksenlijn voor ons zien. De Nedersaksenlijn verbindt niet alleen fysiek, maar ook economisch, sociaal en emotioneel. De spoorlijn is niet alleen belangrijk voor het klimaat en de economie, maar ook voor het onderwijs, de zorg, de woningmarkt, en de leefbaarheid en sociale structuur. Ons hoofdrapport, met deelrapporten over spoor, ruimte, brede welvaart en participatie, levert beslisinformatie over de toekomst van de Nedersaksenlijn.
Procesregie als basis
Het afgelopen jaar hebben we in opdracht van zeventien overheden succesvol een MIRT-onderzoek uitgevoerd. Dit gebeurde in nauwe samenwerking met de omgeving en een groot aantal stakeholders uit onderwijs, zorg, toerisme, natuur en economie. Met inhoudelijke analyses vanuit het ruimtelijk domein, spoor, brede welvaart en integratie hebben we toegewerkt naar één verhaal. Hiervoor hebben we een project en consortium aangestuurd dat - binnen tijd en budget - onderbouwde informatie heeft verzameld voor een besluit om wel of niet met een MIRT-verkenning te starten.
Deelnemers MIRT-onderzoek Nedersaksenlijn:
- Ministeries van IenW, VRO, EZK
- Provincies Drenthe, Groningen, Overijssel
- Gemeenten Groningen, Midden-Groningen, Veendam, Stadskanaal, Westerwolde, Borger-Odoorn, Emmen, Coevorden,
- Hardenberg, Twenterand, Almelo
- TwynstraGudde in samenwerking met Studio Bereikbaar, Decisio, MUST Stedebouw, MOVE Mobility, Sweco
Wil je de potentie van de Nedersaksenlijn verkennen en sta je open voor verschillende perspectieven? Download het rapport en lees alles over onze bijzondere aanpak. We gaan graag in gesprek om te horen waar je tegenaan loopt en hoe onze ervaren adviseurs daarbij kunnen helpen.