Het besef begint te komen dat werken aan transities niet zozeer vraagt om nieuwe kennis, maar vooral om nieuwe benaderingen. We weten namelijk vrij goed wat ons te doen staat, maar veel minder hoe dat te doen. Veel van wat er in een transitie moet gebeuren, ligt bijvoorbeeld buiten de directe invloedssfeer van een organisatie of samenwerkingsverband. Daar zijn organisaties in de meeste gevallen nog niet op ingesteld. Als gevolg hebben we het vaak wel over transities, maar handelen we er nog niet naar.
Transities zijn complex
Transities zijn bovendien complex. Dat wil zeggen: ze hebben veel aspecten en die zijn bovendien ook nog weer eens (op onduidelijke manieren) verbonden. Technische vooruitgang, maatschappelijke opinie, incidenten, wetenschappelijke inzichten, economische ontwikkelingen… alles is in ontwikkeling en grijpt op elkaar in. Dat betekent dat we moeten leren werken met permanente onzekerheid. Maar een lerende aanpak geeft professionals de nodige hoofdbrekens: hoe organiseer je zo’n aanpak? En hoe doe je dat met respect voor de mensen die geraakt worden in hun bestaan en bestaanszekerheid?
En tot slot: niet iedereen kan of wil deze grote veranderingen voor zich zien. Verbeeldingskracht en ruimte voor ‘niche-spelers’ die laten zien dat het wél kan, zijn cruciaal. Dat vraagt echter een andere aanpak dan het in het verleden vaak succesvolle polderen.
Download de 10 vuistregels voor het werken aan transities
Op al deze zaken gaat dit essay in. Aan de hand van 10 vuistregels neem ik je mee in een nieuwe benadering voor het werken aan transities en daag ik je uit er mee te oefenen. Ik hoop en verwacht dat het je helpt om doortastend en met energie en optimisme te blijven werken aan de grote veranderingen op weg naar een duurzamer en rechtvaardiger wereld.