Ontwikkel een breed gedragen strategie voor laadinfrastructuur in de bouwsector en organiseer samenwerking tussen overheid en marktpartijen.
Routekaart ontwikkeld
Routekaart Laadinfrastructuur Bouw gaf richting aan gezamenlijke strategie en prioriteiten voor emissieloos bouwen in 2030.
Schuivenmodel gemaakt
Schuivenmodel met vier variabelen hielp partijen om keuzes en toekomstscenario’s inzichtelijk en bespreekbaar te maken.
Actieagenda opgesteld
Actieagenda vertaalde strategie naar concrete acties en verantwoordelijkheden voor energievraag, energieaanbod en veiligheid.
Bouwmaterieel wordt steeds vaker elektrisch, zoals afgesproken in de mede door TwynstraGudde ontwikkelde Routekaart Schoon en Emissieloos Bouwen, wat zorgt voor een snelgroeiende vraag naar laadcapaciteit. De uitdaging is dat bouwplaatsen op allerlei plekken nodig zijn, terwijl laadinfrastructuur doorgaans een vaste plek heeft. Andere uitdagingen zijn de overbelasting van het elektriciteitsnetwerk, de prijs van laadinfrastructuur en de snelle technologische ontwikkeling op dit gebied. De werkgroep Laadinfrastructuur voor de bouw vroeg TwynstraGudde om te helpen met deze complexe opgave. Er was behoefte aan een gezamenlijke strategie voor de hele bouwsector: hoe organiseren we de laadinfrastructuur voor de bouw en hoe werken marktpartijen en overheden hierin samen?
Blik op de toekomst
Om tot een gedeelde strategie te komen, organiseerden we drie sessies met overheden en marktpartijen. Samen onderzochten we vragen zoals: hoeveel spreiding is er nodig en hoe flexibel moet de laadinfrastructuur zijn? Moeten alleen bouwmaterieel en bouwvoertuigen ervan profiteren, of kunnen andere typen voertuigen ook aansluiten? Om deze keuzes inzichtelijk te maken, ontwikkelden we een schuivenmodel – een mengpaneel met vier variabelen. Dit model gaf structuur aan het gesprek en hielp partijen om verschillende toekomstscenario’s af te wegen. De uitkomst? Een gedeeld toekomstbeeld waarin centrale, permanente laadinfrastructuur en laadzekerheid centraal staan.
Duidelijke prioriteiten
Het resultaat van dit proces is de Routekaart Laadinfrastructuur Bouw, een gedeelde strategie en actieagenda voor de realisatie van deze energievoorziening. Overheden en marktpartijen ontwikkelden een gezamenlijke aanpak, waarin zowel bestaande als nieuwe infrastructuur een rol speelt. In de routekaart staan drie prioriteiten centraal:
- Eerst optimaal gebruikmaken van bestaande laadinfrastructuur, zoals openbare laadpalen en bestaande netaansluitingen.
- Vervolgens centrale laad-hotspots ontwikkelen die de grote bouwprojecten in een gebied kunnen bedienen.
- Maatwerk per project mogelijk maken, bijvoorbeeld met verplaatsbare batterijcontainers of tijdelijke bouwaansluitingen.
TwynstraGudde heeft ons geholpen om in relatief korte tijd samen met alle belanghebbenden inzicht te geven in de manier waarop we laadinfrastructuur voor de bouw met elkaar kunnen realiseren.
Sipke CasteleinSecretaris NAL-werkgroep Laadinfrastructuur voor de bouw
Van strategie naar praktijk
Om deze strategie in de praktijk te brengen, is een actieagenda opgesteld waarin de prioriteiten zijn vertaald naar concrete acties en verantwoordelijkheden. De agenda richt zich op drie bouwblokken: het in kaart brengen van de energievraag, het realiseren van voldoende energieaanbod en het waarborgen van veiligheid en standaardisatie, met aandacht voor de regelgeving. Voor elk bouwblok zijn afspraken gemaakt die in de komende jaren richting geven aan de uitvoering van de routekaart. Dit maakt het mogelijk om de voorgestelde strategie in de projecten van de diverse opdrachtgevers in de bouw mogelijk te maken. De NAL-werkgroep Laadinfrastructuur voor de bouw heeft daarin de rol van netwerkregisseur.
Waarom TwynstraGudde?
Onze adviseurs hebben ervaring met complexe vraagstukken en weten hoe je partijen met verschillende belangen samenbrengt. In overleg met de opdrachtgever brengen we knelpunten en prioriteiten in kaart en vertalen die naar een gedeeld toekomstbeeld. Daarnaast kennen we het speelveld van duurzame infrastructuur en begrijpen we de urgentie van de opgave. Daarom denken we verder dan eenmalige pilots en stimuleren we opschaling, zodat duurzame verandering echt doorzet.