TwynstraGudde_60jaa_wit
Werken bij

    Waar wij aan werken

    Met onze adviseurs, managers en opleiders dragen we bij aan duurzame, maatschappelijke veranderingen. Denk aan de energietransitie en de klimaatdoelen, de toekomst van de landbouw, goed onderwijs, passende zorg, oplossingen voor de krapte op de woningmarkt en hoe we het best van A naar B reizen. De uitdagingen zijn groot, maar onze kracht ligt in daadkracht. We laten transities werken.

    Wie we zijn

    Onze adviseurs en managers hebben uiteenlopende expertises en voelen zich verantwoordelijk voor de uitvoering. Duurzaamheid is een integraal onderdeel van onze werkwijze.

    ‘De Refugee Talent Hub brengt werkgevers en vluchtelingen dichter bij elkaar.’

    Jasper Oudshoorn, Adviseur Zorg

    Recente vacatures

    Slimme en duurzame mobiliteit

    Organisatieadviseur Laadinfrastructuur

    Laadinfrastructuur. Waar mobiliteit, logistiek, bouw en energie samenkomen. Het is dé randvoorwaarde om de transitie te maken naar emissieloos vervoer en bouwen. Met als doel om de uitstoot te beperken en om de klimaatdoelen te halen, en zo de wereld voor de volgende generatie goed achter te laten....

    Solliciteer nu
    Zorg

    (Ervaren) Adviseur en Projectmanager Zorghuisvesting

    Wil je werken binnen een dynamisch team waarbij je zowel contact hebt met de publieke als de private sector? Wil je meebouwen aan de verdere uitbreiding van een snelgroeiend team met oog voor een goede werk-privé balans? En heb je affiniteit met bouwrecht, aanbestedingsrecht, ondernemingsrecht of...

    Solliciteer nu

    Interview Experimenteren, durven en doen voor toegankelijkere zorg in Twente

    In het oosten van het land wordt vanuit Twentse Koers volop samengewerkt tussen de zorg, het sociaal domein, gemeenten en verzekeraars. Allemaal om de kansengelijkheid op een goede gezondheid te vergroten en de toegankelijkheid, beschikbaarheid en betaalbaarheid van zorg en ondersteuning te behouden en verbeteren. Wij spraken Elise Hol, oprichter en manager van Twentse Koers over de historie, governance, principes en uitdagingen bij domeinoverstijgend samenwerken in Twente.

    Toegevoegd door Thierry Franke op 3 september 2024

    Toen Elise Hol in 2015, ten tijde van de decentralisatie en totstandkoming van het sociaal domein, bij de gemeenten Tubbergen en Dinkelland kwam werken, kwam ze al snel in aanraking met de zorg. Met een achtergrond als HBO-verpleegkundige, een afstudeeronderzoek bij Menzis en werkervaring bij het CIZ en verschillende zorgorganisaties was de zorg voor haar bekend terrein. ‘Maar nu stond ik voor een uitdaging vanuit de gemeente’, zegt ze. ‘Hoe leggen we verbinding tussen de zorgpraktijk en het sociaal domein? We zijn toen onder andere in contact gekomen met Menzis, de huisartsen en oudenzorgaanbieders. Dat was heel nuttig. We hebben ons in elkaars leefwerelden verdiept. Hoe werkt de zorg en hoe de Wmo? Dit wisten we echt niet van elkaar.’

    In 2017 is Hol het project Regeling Uitstroom Bijstandsgerechtigden (RUB) gestart, waarbij gemeenten en zorgverzekeraars samen keken hoe ze inwoners met schulden bij de zorgverzekeraars konden helpen om schuldenvrij te worden. ‘Dit is typisch een project dat je niet vanuit één organisatie kan doen’, zegt Elise. ‘Je moet samenwerken, je moet contractuele afspraken maken tussen de partijen en de besluitvorming voorbereiden. Ik vond het heel leuk en vooral belangrijk om te doen. Gezondheid en bestaanszekerheid raken elkaar. Dat project stond als een huis, binnen een paar maanden. Uiteindelijk hebben we één aanpak kunnen opzetten met alle 14 Twentse gemeenten. Zo hebben we 1.500 mensen bij de zorgverzekeraar uit de schulden gekregen. Toen dachten alle betrokkenen: dat kunnen we vaker doen. Krachten bundelen en impact maken.’ Het triggerde haar geloof dat het écht anders kon en dus maakte zij van domeinoverstijgend samenwerken haar missie.

    En zo ontstond Twentse Koers… 

    ‘In 2019 is Twentse Koers een programma geworden, met overduidelijke steun vanuit alle 14 Twentse gemeenten, zorgverzekeraar en zorgkantoor Menzis, GGD Twente en vele zorg- en welzijnsorganisaties. Daarmee groeide ook langzaam het aantal projecten. Toen het Integraal Zorgakkoord (IZA) en het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) op tafel kwamen, waren wij allang bezig. De akkoorden waren voor ons een bevestiging van onze ingezette koers,’ vertelt Hol.

    Experimenteren, durven en doen voor toegankelijkere zorg in Twente

    Hoe hebben jullie dit georganiseerd?

    ‘Twentse Koers kent 17 eigenaren. Dat zijn de 14 gemeenten, Menzis, de Provincie Overijssel en Samen Twente. Daarnaast hebben we meer dan 300 partners in het werkveld, zoals zorgaanbieders, huisartsenorganisaties, welzijnsstichtingen en onderwijsinstellingen. Daar zijn we super trots op. In 2023 hebben we de governance ingeregeld met een samenwerkingsovereenkomst en hebben we het regiobeeld en regioplan gemaakt. Twentse Koers werkt samen met de gemeenschappelijke regeling (GR) SamenTwente. Dezelfde GR als waar de GGD onder valt. Dit is een unieke constructie in het land. Het betekent dat er voor Twente ook niet één mandaathoudende gemeente is. Alle partijen zijn gelijk aan elkaar, we maken geen hiërarchisch onderscheid. Twentse Koers, als onafhankelijke partij, trekt de kar en is daarmee van en voor alle partijen. Onze rol is vooral het faciliteren, organiseren en coördineren voor alle eigenaren en partners. Eigenaren en partners hebben soms wel een andere rol. Overheidsorganisaties kunnen bijvoorbeeld inkopers en financier zijn en partners leveranciers van bepaalde zorg en ondersteuning. We werken vanuit het principe coalition of the willing. Dus we focussen op partijen die willen en waar er energie is. Daar zetten we op in.’ 

    Twentse Koers heeft een bestuurlijk overleg dat enkele keren per jaar de hoofdlijnen bespreekt, met betrekking tot governance, P&C cyclus en het vaststellen van jaarplannen. Daaronder zijn er vijf themalijnen met bestuurlijke trekkers, themaleiders en projectleiders. Er zijn vier bestuurlijk trekkers per themalijn, waarvan twee van de gemeenten (één grote en één kleine gemeente). In totaal draaien er circa 24 projecten. Welke organisaties betrokken zijn varieert per themalijn, afhankelijk van de inhoud. Dit zijn de themalijnen:
    1.    Bestaanszekerheid
    2.    Preventie en gezondheid
    3.    Mentale Gezondheid
    4.    Ouderen
    5.    Jeugd

    Wat heeft je geholpen om de verbindingen te leggen? 

    ‘Voor mij persoonlijk hielp het dat ik alle organisaties waarmee ik te maken heb, van binnenuit ken. Ik ken de zorg vanuit mijn verpleegkundige opleiding, ken de zorgverzekeraar en ken de gemeenten en het sociaal domein zoals ik al vertelde. Je moet de talen spreken van al die organisaties. En goed kunnen samenwerken. Ik vind het leuk om in dat samenwerken soms ook streng te zijn, mijn poot stijf te houden en door te pakken. Daarbij stel ik de inhoud altijd centraal. Wat de opzet in het begin vooral heeft geholpen is dat we gewoon zijn begonnen in Twente. Ik had van tevoren geen idee dat het zo groot zou worden. Dus mijn advies is: begin waar je kan. Dat is de kracht. Wat je ziet gebeuren is dat er dan energie vrijkomt. En vervolgens kun je verbreden en verbinden. De governance is hier dienend en niet leidend aan.’

    Wat is voor jou een goede samenwerking en welke principes voor samenwerken hebben geleid tot de opzet van dit construct?

    ‘In de samenwerking staan een aantal principes centraal: zie elkaar als gelijken, maak issues die jouw organisatie en de samenwerking raken bespreekbaar en onderbouw je werk zoveel mogelijk met feiten en data, waardoor je de meerwaarde van de samenwerking kwantificeert. Op deze manier bouw je als samenwerkingsverband aan het vertrouwen dat nodig is om slagen te kunnen maken. Daarbij is de inhoud – het waarom van het samenwerken – zoals ik al zei altijd het uitgangspunt. De inhoud moet staan, daarna kun je partijen betrekken. Kies daarom ook bewust wát je doet en begin klein. Kijk naar de gezamenlijke urgentie en spreek open over de verschillende (organisatie)belangen. Vervolgens is de governance en de structuur die je daaromheen bouwt dienend voor het realiseren van de inhoud.’

    Daarom is Twentse Koers zo plat mogelijk georganiseerd: ‘We kennen geen hiërarchische lagen of managementlagen. We zijn dienend aan de opgaven waar de regio voor staat en brengen de partijen in positie die het mogelijk moeten maken. De inwoner kent ons niet. We blijven altijd op de achtergrond. Dat is een heel belangrijk uitgangspunt.’ 

    ‘Onlangs is één van onze projectleiders door De Tubantia [red: regionale krant] geïnterviewd. Daarin staat Twentse Koers geen enkele keer genoemd. In dit artikel zijn ook een huisarts en een sociaal werker uit de praktijk geïnterviewd: die wilden we vooral in het zonnetje zetten. Dit is hoe Twentse Koers werkt! Dat inwoners ons kennen is geen doel op zich.’

    ‘De inwoner kent ons niet’ is een uitspraak die we niet veel horen bij regionale samenwerkingsverbanden. Hoe zit dat?

    ‘De inwoner heeft contact met de wijkcoach, de wijkverpleegkundige of een andere (zorg)professional. We willen juist de professionals in positie brengen en wat er achter de schermen gebeurt, maakt voor de inwoner niet veel uit. We moeten daarom ook stimuleren dat inwoners vooral de professionals zien die zij vertrouwen en die ze vaker (moeten) tegenkomen.’ Elise deelt een voorbeeld uit de praktijk. ‘Bennie Oud, onderdeel van onze bewustwordingscampagne over gezond en zelfredzaam ouder worden, hebben we merkloos gemaakt. Zo kunnen woningcorporaties en wijkteams hun logo op het materiaal plakken. Voor ons gaat het om het grote goed, waarin wij – als Twentse Koers – de opdracht hebben om dat goed en vanuit gezamenlijkheid aan te jagen. En hoe meer organisaties er vervolgens gebruik van maken en de campagne inzetten, hoe beter.’

    'Ga doen, ga experimenteren, wees niet bang om fouten te maken en speel in op de energie. Governance en alle organisatie komen daarna wel.’
    Elise Hol, oprichter en manager van Twentse Koers

    Wat was belangrijk bij het inrichten van de governance?

    ‘Bij het inrichten van de governance is één van onze uitgangspunten geweest: scheid de inhoud van het proces. De 17 eigenaren van Twentse Koers komen samen in het bestuurlijk overleg dat drie tot vier keer per jaar bijeenkomt. Hierin wordt de ‘paraplu’ bewaakt en focussen we ons op het proces. Dit is waar de jaarverslagen en begrotingen worden goedgekeurd, maar ook samenwerkingsovereenkomsten worden afgehandeld. Ook bespreken we bijvoorbeeld de aanpak als we grote subsidies gaan aanvragen. De inhoud komt zo min mogelijk aan de orde, alleen in de volle breedte. De inhoud komt in de themalijnen aan bod en benaderen we vanuit gelijkwaardigheid tussen partners. We willen geen extra lagen en overleggen creëren. We houden het plat. Maar daarbij is het wel belangrijk om, juist in een gemeenschappelijke regeling waarin alle partners gelijkwaardig zijn, de verschillen tussen partners kenbaar te maken. Hiermee worden belangen op tafel gelegd en zien partners wat ze aan elkaar hebben.’ 

    Zou je een GR en de bijbehorende governance aanraden?

    ‘Zeker. Dit soort constructen helpen om de basis op orde te hebben, denk hierbij aan een goede financieringsstructuur, communicatiestructuur en een Plan Do Check Act-cyclus. Als de basis op orde is, kun je met partijen naar de bedoeling werken. We hebben veel succesvolle projecten die goed lopen en geborgd zijn. Die projecten zijn ontstaan uit een goed idee en gerealiseerd met een passende en dienende structuur, die het goede gesprek faciliteert. Zo voorkom je dat mooie ideeën doodbloeden. Daarnaast zie je in veel samenwerkingsverbanden dat de grootste gemeente de regie pakt en dat de rest ‘mee mag doen.’ Bij Twentse Koers staan inhoud, onafhankelijkheid en gelijkwaardigheid centraal.’

    Kun je nog een voorbeeld geven van zo’n succesvol project? 

    ‘Dan denk ik aan een project rond vroegsignalering van schulden, waarbij we met veel ‘vaste lasten’ partijen, zoals energiebedrijven, zorgverzekeraars en waterschappen, verbinding zoeken met de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (WGS). Bij één maand achterstand van een inwoner gaat er een signaal van een partij, zoals bijvoorbeeld Zilveren Kruis of Vitens naar de gemeente. Maar het is voor deze partijen lastig om zaken te doen met alle losse gemeenten. Dus wat we hebben gedaan is centraliseren, een Twents plan maken. Met één convenant, één softwaresysteem en één beleidsnota afspraken met 14 gemeenten, dat is toch mooi? We hebben op die manier bovendien veel capaciteit vrijgespeeld, zodat de echte impact lokaal gemaakt kan worden. Elke gemeente vult de uitvoering vervolgens net iets anders in, naar wat lokaal werkt. Er is geen goed of fout.’

    Hoe geven jullie vorm aan inwoner-, cliënt- en patiëntparticipatie bij Twentse Koers? 

    ‘Dat houden we heel praktisch. Sommige gremia voor inwoners zijn aangesloten als partner. Denk aan advies- of clientraden of inwonersinitiatieven in Twente. Maar we hebben bij sommige themalijnen ook klankbordgroepen en soms organiseren we gerichte uitvragen of focusgroepen om informatie voor specifieke projecten op te halen. Maar we doen dat altijd heel gefocust. Als we tijd van de inwoner vragen, moeten we ook een duidelijke, gerichte vraag over een specifiek onderwerp stellen, vinden wij. Dan kunnen we ook echt iets met hun inbreng doen en dit heel serieus nemen.’ 

    Waar zitten jullie uitdagingen als het gaat om het realiseren van de samenwerking?

    ‘Het stelsel kent veel perverse prikkels, vooral op het gebied van financiering. Zodra wijkverpleegkundigen gaan indiceren voor de Wmo bijvoorbeeld, steekt de zorgverzekeraar zijn hand op aangezien wijkverpleegkundigen worden bekostigd . Ook worden zorgaanbieders betaald op productie. Dit maakt het voor sommige organisaties spannend, als taken en inzet verschuiven, wat betekent dit voor hun inkomsten en bestaansrecht? We leggen die issues op tafel, maar het systeem vormt een vertragende factor: we zitten in een stelsel gericht op zorgconsumptie met wetten, zoals de Wmo en Zvw, die niet goed op elkaar aansluiten. Maar aan de andere kant kan er ook heel veel wel. Kijk naar samen indiceren, waarbij verpleegkundigen Wmo-zorg kunnen indiceren. Door hierin echt samen op te treken en goed en objectief, kwantitatief en kwalitatief, te monitoren, kunnen wij dit projecten blijven draaien met gesloten beursen.’

    ‘Een andere uitdaging is dat het, voor sommigen in onze programmaorganisatie, soms wel zoeken is wie de opdrachtgever is. Dan merk je direct hoe belangrijk het is dat men bewust kiest voor de rollen die men aanneemt. Ook hebben velen in onze organisatie de ‘gaan met die banaan’-mentaliteit, terwijl we tegelijkertijd veel van doen hebben met weerstand, omdat we met de projecten die we doen aan de autonomie en inzet van onze partnerorganisaties komen. Dat is begrijpelijk: op visie vinden we elkaar direct, maar als we het gaan doen, wordt het spannend. Wanneer dit zich voordoet, brengen we het naar de tafel met de juiste partners. Je moet daarin wel het lef hebben om het contact aan te gaan, open te zijn en te verbinden. En dan juist doorgaan.’

    Volgens Elise Hol gaat het daarom vooral om het investeren in de relatie om het uiteindelijke doel te kunnen realiseren. ‘Het is veel koffie drinken en nauw contact houden. Een groot deel van mijn tijd besteed ik voor de buitenwereld misschien inefficiënt, maar uiteindelijk is het voor de bedoeling heel efficiënt. Ik kom op veel plekken waar men denkt dat we hun werk gaan overnemen, maar dat is juist niet wat we willen. We vinden elkaar uiteindelijk wel weer vanuit de bedoeling. En we zeggen ook: als een project klaar is, is het ook klaar en moet het juist door alle partijen zelf worden uitgevoerd zoals voor hun werkt. We spelen in op de energie die er is.’ 

    Wat wil je dat de lezer onthoudt uit dit interview? 

    ‘Ons doel is onszelf overbodig maken. Maar er zijn nog zo veel maatschappelijke uitdagingen dat dat voorlopig niet gaat lukken. We bewegen de goede kant op, richting meer gezondheid en meer zelfredzaamheid, maar wanneer het klaar is weten wij niet. Wanneer kunnen mensen nu daadwerkelijk langer thuis wonen en langer gezond blijven en weten de ketenpartners elkaar goed te vinden? Ik denk dat onze kernboodschap vooral is: ga doen, ga experimenteren, wees niet bang om fouten te maken en speel in op de energie. Governance en alle organisatie komen daarna wel.’

    Zelf aan de slag

    Sta jij zelf voor een domeinoverstijgende opgaven en wil je graag met iemand hierover sparren? Wil je meer weten over wat wij doen in domeinoverstijgend samenwerken neem dan contact met ons op!

    Magazine over domeinoverstijgend samenwerken aan zorg en welzijn

    De toegankelijkheid van de zorg staat onder hoge druk! Een transitie in zorg en welzijn is noodzakelijk. In het magazine over domeinoverstijgend samenwerken aan zorg en welzijn schrijven wij over samenwerken tussen de zorg, sociaal, verzekeraars en gemeentelijk domein. Dit interview is de derde voor dit magazine. Dit jaar publiceren wij alle interviews, blogs en opdrachtervaringen aangevuld met onze eigen inzichten en ervaringen gebundeld in een magazine. 

     

    Schrijf je hieronder in om als eerste het magazine én het volgende interview in deze reeks te ontvangen.

    Neem contact op met

    Alle mensen

    Neem contact op met

    Alle mensen