
Maar de onveiligheid stopt niet bij de straat. Ook raadzalen worden onveiliger – niet fysiek, maar politiek. Raadsleden zijn steeds vaker bezig met overleven in het politieke debat in plaats van met het behartigen van de belangen van hun achterban. En die politieke onveiligheid heeft een direct effect op het vermogen om te leren. Als elke misser direct wordt afgestraft, verschuift de focus van 'wat is het beste besluit?' naar 'hoe voorkom ik dat ik word aangevallen?' De vraag is niet meer of dit een probleem is, maar wat het betekent voor de kwaliteit van lokale democratie.
Onveiligheid blokkeert leren
In de interviews ontdekten we dat er drie smaken zijn waarom mensen raadslid worden:
- ze willen zich inzetten vanuit een inhoudelijke motivatie (betere zorg, duurzaamheid etc.).
- ze willen iets goeds doen voor de mensen in hun gemeenschap.
- of ze voelen zich aangetrokken tot het politieke spel (of een combinatie van twee van die drie).
Ongeacht wat de motivatie was; de eerste maanden komt er van alles op raadsleden af. Het blijkt bijvoorbeeld dat er toch heel veel ‘in de achterkamer’ besproken wordt (wat mensen die vanuit een inhoudelijke motivatie in de raad gaan vaak lastig vinden), er zitten ontzettend veel stukken bij raadsvergaderingen die onmogelijk zijn om allemaal door te lezen (wat mensen die iets goeds willen doen voor hun gemeenschap vaak overweldigd) en er is veel (landelijke) wet- en regelgeving of er zijn regionale samenwerkingen waar je als raadslid helemaal geen invloed op hebt (wat bijna iedereen tegenvalt). In alles wat er op mensen afkomt die eerste maanden, is de kans groot dat de intrinsieke motivatie naar achter schuift. Omgangsvormen, geschreven en ongeschreven regels, uitvergrote verschillen en de neiging om voor elke kleine fout elkaar aan de schandpaal te nagelen: in veel gemeenteraden draait het meer om overleven dan om verbeteren. Raadsleden focussen op het voorkomen van misstappen, niet op het beste besluit voor inwoners.
Die verschuiving zegt weinig over raadsleden zelf en alles over de context waarin zij opereren. Leren vergt ruimte om fouten te maken. In een omgeving waar elke misser direct wordt afgestraft, ontstaat die ruimte niet. Raadsleden houden zichzelf staande, maar krijgen nauwelijks kans om zich te ontwikkelen. De vraag is simpel maar confronterend: hoe kun je überhaupt leren als de context geen fouten toelaat?
Geen leerlijn over verkiezingen heen
De cyclus van vier jaar helpt niet mee. Een raad leert gedurende een periode, dan volgen verkiezingen en verdwijnt opgebouwde kennis grotendeels. Dit patroon herhaalt zich. Expertise bouwt zich moeilijk structureel op. Elke raadsperiode begint voor een groot deel opnieuw.
Ondertussen moeten raadsleden naast hun baan enorm veel lezen, worden ze voor talloze bijeenkomsten uitgenodigd en moeten ze complexe dossiers bijhouden. Tijd en ruimte om te leren is schaars. De vraag is misschien niet eens waar die tijd vandaan moet komen, maar vooral: waarom zou je investeren in leren als fouten niet getolereerd worden?
Een spanning die groeit
Tegelijkertijd schuiven we steeds meer taken naar gemeenten. Complexe maatschappelijke vraagstukken landen op het bord van raadsleden. Vergoedingen voor raadswerk zijn gebaseerd op aantal inwoners, maar bijna alle grote vraagstukken van deze tijd (energie- & landbouwtransitie, woningtekorten, huisvesting van nieuwkomers etc.) hebben een ruimtelijke component. Complexiteit is niet meer alleen afhankelijk van inwonersaantallen. Juist in kleinere gemeenten is er vaak structurele begeleiding of ruimte om te leren. Intrinsieke motivatie en goede bedoelingen zijn mooi, maar niet voldoende om deze vraagstukken goed te tackelen.
De schakel die kraakt
Lokale politiek functioneert als schakel tussen inwoners en overheid. Als raadsleden weinig ruimte hebben om te leren en te groeien, als volksvertegenwoordigers vooral bezig zijn met overleven, dan raakt dat aan het vermogen van de overheid om inwoners te bereiken en te vertegenwoordigen. Die schakel kraakt. En als die schakel niet goed functioneert, haken inwoners verder af.
Wat als het anders kan?
Een lerende raad is geen luxe. Het vraagt om een context waarin psychologische veiligheid bestaat, waarin raadsleden fouten mogen maken zonder direct afgestraft te worden. Het vraagt om continuïteit, zodat kennis niet elke vier jaar grotendeels verdwijnt. Het vraagt om erkenning dat volksvertegenwoordigers ruimte nodig hebben om zich te ontwikkelen.
Meedoen met de Lerende Raad?
De lerende raad begint bij de raadszaal
Een lerende raad vraagt meer. Het vraagt om begeleiding van raadsleden in hun ontwikkeling. Om werkvormen die veiligheid bevorderen. Om kennisoverdracht tussen raadsperiodes. Om ruimte voor reflectie en peer-learning. We werken aan concrete instrumenten en interventies die dit mogelijk maken - niet vanuit een blauwdruk, maar samen met gemeenten die hiermee aan de slag willen.
We creëren een lerende omgeving waarin raadsleden beter hun werk kunnen doen. Waarin hun drive om iets te bereiken voor hun gemeente daadwerkelijk ruimte krijgt. Waarin leren vanzelfsprekend wordt in plaats van een luxe.
Samen ontdekken wat werkt
We zoeken gemeenten die willen investeren in een lerende raad. Gemeenten die erkennen dat de complexiteit van vraagstukken vraagt om raadsleden die zich kunnen ontwikkelen. Die willen experimenteren met nieuwe vormen van kennisdeling, reflectie en ondersteuning. De vraag is namelijk niet of raadsleden willen leren, de vraag is hoe we hen de context bieden waarin dat kan. Want hoe gaan we anders om met de complexiteit van vraagstukken die op gemeenten afkomen? Hoe zorgen we dat lokale politiek blijft functioneren als verbinding tussen inwoners en overheid?
Is jouw raadzaal een leeromgeving? En zo niet: hoe maken we dat wel mogelijk?
Neem contact op. We delen graag onze inzichten en denken graag mee over wat past bij jouw gemeente.
