Het doel van de narratieve benadering is om betekenis te geven aan een beoogde transitierichting met behulp van inspirerende en aansprekende narratieven, oftewel verhalen. De verhalen in deze interventie, die zijn gebaseerd op echte gebeurtenissen, zijn bedoeld om los te komen van de status quo en de heersende opvattingen over wat wel en niet haalbaar, juist of gangbaar is. Transities gaan in essentie over een fundamentele verandering in ons denken, doen en organiseren. We moeten het oude verhaal over de wereld om ons heen, waarin we soms gevangenzitten, loslaten en afbreken. Zo kunnen we ruimte maken voor een ‘nieuw’ verhaal over een andere toekomst waarin die fundamenteel andere manier van denken, doen en organiseren het nieuwe normaal wordt. Dat verhaal moet niet alleen cognitief aanspreken, maar ook leiden tot ander gedrag. Narratieven zijn bedoeld om betrokkenen in het hart te raken, te inspireren, hen te laten begrijpen wat er moet gebeuren en hen in actie te laten komen.
Wanneer zet je de interventie in?
Verhalen sluiten aan bij de onderkenning dat emoties een grote rol spelen in transitieopgaven. In turbulente tijden, bij het starten van een nieuwe samenwerking rondom een transitieopgave of het herijken van een organisatiestrategie is het van belang om ‘een perspectief op te toekomst’ neer te zetten. Verhalen zijn krachtige instrumenten waarmee mensen samen betekenis geven aan de toekomst en hun omgeving. Verhalen maken ook dat mensen zich aan elkaar verbinden en gezamenlijk in beweging komen, en daarmee vormen ze ook een middel om betrokkenheid en draagvlak te stimuleren.
Het uitwerken van een inspirerend transitieverhaal is één ding, maar het is iets heel anders om het te laten leven bij betrokkenen zodat zij in beweging komen en fundamenteel anders gaan denken, doen en organiseren. Door waargebeurde praktijkverhalen te verzamelen en deze te framen en te verspreiden, geef je richting aan de beoogde beweging. Bij voorkeur zijn dit meerdere ‘kleine’, persoonlijke narratieven van betrokkenen bij de transitieopgave, die samen de gewenste toekomst laten zien. We noemen die gezamenlijk het richtinggevend narratief. Dit kunnen verhalen zijn over successen, over belangrijke lessen of over zaken die juist anders liepen dan gepland. Door deze kleine persoonlijke verhalen wordt het richtinggevende narratief herkenbaar en authentiek, terwijl tegelijkertijd het overkoepelende narratief kan worden doorontwikkeld op wat blijkt uit bottom-upverhalen uit de transitiepraktijk.
Wat heb je nodig?
Voor deze interventie heb je een team nodig van mensen die oog hebben voor betekenisvolle gebeurtenissen en die kunnen interviewen en verhalen schrijven. De deskundigheid van de verhalenverzamelaar is doorslaggevend voor het slagen van deze interventie. Deze moet hoofd- en bijzaken kunnen onderscheiden en in staat zijn om door te vragen en de essentie naar boven te krijgen.
Hoe zet je de interventie in?
Ben je benieuwd hoe je de interventie het beste kunt inzetten? Download dan hieronder de gehele interventie uit De Transitiegids.