Een passende governance op regionaal niveau vraagt dat partijen met elkaar overeenstemming vinden over vier onderdelen:
- De besturingsfilosofie
- De inrichtingsprincipes
- De samenwerkingsstructuur
- De werkafspraken over rollen, taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden.
Als één of meerdere van deze onderdelen ontbreekt of onvoldoende helder is voor de betrokken partijen kan dit leiden tot frictie. De vier onderdelen gaan bewust in vier stappen van grof naar fijn; immers zonder een duidelijk doel en richting ligt gekibbel over werkafspraken op de loer. Het is van belang om - als er aan de governance gewerkt wordt – dit in co-creatie met de betrokken partijen te doen met aandacht voor het draagvlak. Kortom, veel koffie drinken met elkaar.
De overtuiging op basis waarvan je keuzes maakt: Besturingsfilosofie
Een werkende samenwerkingsstructuur begint met een besturingsfilosofie. Deze filosofie, soms ‘slechts’ een A4-tje, beschrijft de normen en waarden waarop een samenwerking bestuurd wordt. Hieruit volgen de basisprincipes waarop besluiten genomen kunnen worden. De besturingsfilosofie is de basis voor de samenwerkende partijen om de gedeelde ambitie waar te maken. Voorbeelden van basisprincipes zijn gelijkheid, continuïteit en collectieve verantwoording.
De hoofdregels voor voetbal op het pleintje: Inrichtingsprincipes
Vervolgens is het zaak inrichtingsprincipes te formuleren. In deze stap kijk je naar de principes van de netwerkorganisatie en naar succesfactoren voor samenwerken. Wat zijn bijvoorbeeld de sterke en zwakke punten van de huidige structuur? Voorbeelden van inrichtingsprincipes zijn: omgang met netwerken-van-netwerken. Werken we vanuit een vraagstuk of vanuit de ambitie? Tweebenigheid, de balans tussen eigenheid en gezamenlijkheid binnen een netwerk. In Jip en Janneke: wat zijn de vier of vijf hoofdgedragsregels voor een potje voetbal op het pleintje?
Dan de keuze maken uit één van de drie structuren: De samenwerkingsstructuur
Pas bij stap 3 ga je nadenken over de structuur. Jaja, het venijn zit hem in de start en daarna pas naar de structuur. We onderscheiden vanuit de theorie in de basis drie coalitievormen (Zie onderstaand figuur en Drie grondvormen van samenwerken - BINT: de verbindingsdienst: Ongewone verbanden voor alledaagse opgaven). Binnen de huidige samenwerkingen op de IZA thema’s wordt de voorkeur gegeven aan de collectieve coalitie. Deze vorm gaat uit van partneren als basis. Dit is een logische keuze, omdat je hierbij samen sterk staat en er ruimte is voor autonomie en gelijkwaardigheid tussen de partners.
Een belangrijk onderdeel bij het kiezen van een coalitievorm is om consequent te werken vanuit de gekozen vorm. Dat vraagt onderhoud en elkaar regelmatig aanspreken op gedrag, wat natuurlijk spannend kan zijn.
De drie grondvormen van samenwerken
Tot slot invullen van de werkafspraken over rollen, taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
De laatste stap is te beschrijven bij wie welke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden belegd worden. Ook dit doe je in co-creatie met betrokkenen. De insteek is om de eerder vastgestelde besturingsfilosofie en inrichtingsprincipes zodanig te concretiseren dat het werkafspraken worden zonder ‘het dicht te timmeren’. Denk hierbij aan onderwerpen als besluit over financiën, personele inzet en projectportfolio.
Take home message
Essentieel voor effectief samenwerken is het doorleven van de vier bovengenoemde onderdelen met een breed draagvlak onder de betrokken partijen. Als het op één of meerdere van de onderdelen schuurt of er onduidelijkheden zijn dan is het te adviseren dit te onderzoeken en mogelijkerwijs te interveniëren voordat je doorgaat.
Sta jij zelf voor een domeinoverstijgende opgave en wil je graag met iemand hierover sparren? Wil je meer weten over wat wij doen op dit onderwerp? Neem dan contact met ons op!