Wij spraken met Ali Ercanoglu. Ali is 53 jaar, woont in Veenendaal en werkt als productiechef bij een groot vleesverwerkingsbedrijf. Zijn ouders zijn in 1969 vanuit Turkije naar Nederland gekomen om hier te komen werken. Inmiddels wonen zij al meer dan 50 jaar in Nederland en hebben kinderen en kleinkinderen hier zien opgroeien. We spraken Ali over het ouder worden van zijn ouders en de behoeften die daarbij komen kijken als het gaat om wonen, ondersteuning en zorg.
Hoe oud zijn je ouders en hoe gaat het met ze?
‘Mijn moeder is 77 en mijn vader 81 jaar. Naar omstandigheden gaat het goed met ze. Ze worden ouder en daarbij komen natuurlijk beperkingen, het lichaam wil niet zo snel meer als vroeger. Maar ze houden zich op de been. Emotioneel gaat het wel wat minder’.
Waardoor komt dat laatste?
‘Ze zijn wel een beetje eenzaam, er is veel tijd om na te denken. Veel leeftijdsgenoten zijn overleden. Ze hebben wel wat aandacht en contact nodig, ze vinden het fijn als je belt en langskomt. Het doet ze goed als er af en toe bezoek is. Maar wij zijn erg close met onze ouders, dat zit ook in onze cultuur, dus we komen vaak op bezoek. Er is veel respect voor ouders vanuit onze (2e) generatie, onvoorwaardelijke zorg en liefde. Wat activiteiten in de buurt met Turkse ouderen zou wel een goed idee zijn, vooral voor mijn moeder, om ze bij elkaar te brengen’.
Waar houden ze zich zoal mee bezig?
‘Ze hebben niet echt activiteiten behalve de tuin, daarin werken ze veel. Daarnaast fietsen en wandelen ze wel. Mijn vader brengt ook veel tijd door in de moskee. Hij is dagelijks in de moskee te vinden voor het gebed, daar ontmoet hij anderen. Ze hebben ook wel contact met de buren rechts en links en met mensen die achter hen wonen. Dus ze hebben wel wat contacten in de straat en kinderen die natuurlijk op bezoek komen’.
Ontvangen ze nu ondersteuning of zorg?
‘Nee, ze ontvangen geen zorg, ze zijn voor hun leeftijd redelijk gezond denk ik. Ze hebben wel wat medicijnen, maar verder zijn ze redelijk stabiel. Als er iets geregeld moet worden regelt mijn zus dat, want zij woont dichtbij. Dat is vooral praktisch. Mijn broer woont ook in de buurt en neemt ook wat taken op zich. Boodschappen doen ze zelf, mijn vader is een wandelaar en fietst veel. Hij heeft ook een auto, maar gebruikt hem weinig. Onlangs heeft hij de test voor (het behoud van) zijn rijbewijs nog gehaald’.
Hoe wonen ze op dit moment?
‘Mijn ouders wonen al 41 jaar in dezelfde eengezinswoning in Voorthuizen. Ze hebben hun kinderen er zien opgroeien en contacten opgebouwd met buren. Ze gaan steeds langzamer de trap op naar boven. Maar goed, dat houdt ze in beweging’.
Hebben je ouders wel eens nagedacht om te verhuizen naar een meer passende woning?
‘Mijn ouders brengen een deel van het jaar door in Turkije. Vier tot vijf maanden daar en zeven maanden hier in Nederland. Ik verwacht niet dat ze definitief terug zullen gaan want ze hebben alle kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen hier. Dus wat moeten ze daar doen? Ze voelen zich wel beter daar, het eten en de lucht vinden ze beter. Dus ze zullen heen en weer blijven pendelen.
Het huis waar ze nu in wonen is niet gelijkvloers te maken. Iets anders zou goed voor ze zijn, maar ze denken daar niet aan, ze zijn er niet mee bezig. Misschien dat ze hier wel voor open zouden staan als het in de eigen buurt is. Een andere buurt kan misschien ook maar wel in deze omgeving, in ieder geval in de buurt van de kinderen. Als de huur niet stijgt, dan zouden ze dat wel accepteren denk ik. Als m’n vader huurkorting krijgt zou hij wel gaan verhuizen, maar ze zouden niet zomaar verhuizen. Ze wonen daar al 41 jaar en hebben veel herinneringen in dat huis. En ze zien op tegen het verhuizen zelf, zoals veel ouderen’.
Voor je ouders zorgen is geen last, maar een zegen.
Ali Ercanoglu
Vind je dat de gemeente of woningcorporatie hier iets in zouden moeten of kunnen doen?
‘Ja, maar mensen moeten zelf ook de stap zetten vind ik. Als mijn ouders zelf aangeven bij de corporatie ‘wij zijn zo oud wij kunnen hier niet meer leven, zouden jullie naar iets gelijkvloers kunnen kijken voor ons?’ is het vanaf dat moment ook aan de corporatie en de gemeente. Jij weet als huurder niet waar dat passende huis staat, de verhuurder wel’.
Als ze meer zorg nodig gaan hebben, wat gebeurt er dan?
‘Dan zal er iemand uit de familie bij hen thuis gaan wonen of we zullen om de beurt zorg verlenen zodat er altijd iemand aanwezig is. Een verpleeghuis is geen optie. Daar zouden ze zich niet prettig voelen. Daarnaast is dat bij ons ongekend, dat doe je niet. Desnoods komen ze bij jou inwonen, dat kost je wat vrijheid maar het zijn je ouders. Vanuit ons geloof moet je goed met ouders omgaan. Je brengt je ouders niet weg, je zorgt er zelf voor’.
Nederlandse ouderen willen hun kinderen vaak niet tot last zijn, hoe zie jij dat?
‘Dat is een fout vind ik, want het kan geen last zijn om voor je ouders te zorgen. Je kinderen moeten blij zijn dat ze iets voor jou kunnen doen. Wij hebben een gezegde, dat luidt: ‘de poort naar de hemel ligt onder de voeten van de moeder’. Zorgen voor je ouders dat is geen last, dat is een zegen, net zoals jij voor je kinderen zorgt. Als jij goed voor je ouders zorgt, zorgt God goed voor jou’.
Lees hier de andere interviews terug:
- Zet in op het sociaal weefsel van wijken met Gea Sijpkes.
- Bijna 100 partijen werken samen aan een seniorvriendelijk Rotterdam met Susan Korthagen.
- Nieuwe seniorenhuisvesting inpassen in bestaande woonwijken met Ronald Leushuis.
- De drive om met de grote vraagstukken aan de slag te gaan is de basis met Monique Boeijen en Gea Veldmeijer.
- Het leven is niet maakbaar, maar je kunt wel keuzes maken met Marion van Hees.
- Burgerparticipatie aan de basis van woonzorgcentrum De Borgstee met Cees Hesse.
- Radicaal integraal samenwerken in de wijk, met welzijn als verbindende schakel met Roxana Asmus.
Wil je verder van gedachten wisselen over jouw uitdagingen over de zorg en huisvesting voor senioren? We praten er met plezier met je over in een eerste kennismaking. Wil je een afspraak inplannen? Neem in dat geval contact met ons op.