Hoe verandert een systeem waarin niemand de baas is, niet iedereen hetzelfde wil, en toch iedereen elkaar nodig heeft?
In de praktijk zie ik dat bestuurders houvast en zekerheid zoeken in structuur en een samenwerking al gauw zien als onderhandelingsproces. Dat loopt vervolgens stroef, omdat deze benadering niet past bij de aard van de opgave. Het gevolg is dat energie wegvloeit uit het veranderproces en dat partijen langs elkaar heen bewegen.
Wat is er dan wel nodig? In de veranderkundige literatuur spreekt men onder meer over samenwerken in allianties: organisaties bundelen de krachten om in te spelen op maatschappelijke uitdagingen. Samenwerken in allianties gaat niet over ‘sturen’, maar over ‘samen doen’. Er is geen centrale opdrachtgever, geen duidelijke hiërarchie en geen blauwdruk. Wel is er sprake van onderlinge afhankelijkheid, een gedeelde maatschappelijke opgave en een veelkleurige werkelijkheid. Elke partij – van huisartsenorganisatie tot zelfstandige fysiotherapeut – brengt een eigen belang, structuur, cultuur en tempo mee. Partijen krijg je hier niet bij elkaar via structuren, maar via relaties en betekenisgeving.
Dat maakt het veranderkundig kader van TwynstraGudde – onder andere gebaseerd op het werk van Léon de Caluwé, Jaap Boonstra en Hans Vermaak – erg relevant. Deze vorm van samenwerken vraagt in de kern een ‘witte’ benadering; het is een relatief organisch proces. Dat betekent niet dat alles organisch verloopt. Het veranderen in de specifieke context vraagt om het herkennen van de momenten waarop ook anderskleurige interventies nodig zijn – zoals groene (leren en verbinden), gele (coalities bouwen) of blauwe (heldere afspraken maken). De kunst zit in het kiezen van de juiste aanpak op het juiste moment.

Vijf tips voor het aanvliegen van de verandering
Tegen die achtergrond volgen hier een aantal inzichten en tips voor bestuurders die midden in dit veranderproces staan:
- Meer dan een bestuurlijke constructie
De opbouw van een RESV is méér dan het organiseren van een overlegstructuur. Het is een complexe sociale dynamiek waarin mensen, belangen en overtuigingen samenkomen. Dat vraagt allereerst om vertrouwen als basis. Als adviseur zie ik dat bestuurders het verschil maken wanneer ze investeren in relaties: door werkbezoeken te doen, 1-op-1 het gesprek aan te gaan en door drijfveren zichtbaar te maken. Wederzijds vertrouwen is geen zachte voorwaarde, maar een harde succesfactor. - Procesregie met gezag op basis van inhoud, transparantie en gezamenlijke doelen
Tegelijkertijd vraagt deze beweging om regie – maar wel om een vorm van regie die past bij de opgave. In een RESV kun je niet vanuit hiërarchie sturen. Wat wel werkt: procesregie met gezag op basis van inhoud, transparantie en gezamenlijke doelen. Mijn advies: organiseer een regieteam met gezichten uit meerdere disciplines, en maak samen zichtbaar waar je heen wil. Een gedragen narratief over de opgave in jullie regio helpt om zorgverleners en bestuurders te verbinden, ook als ze nog niet formeel georganiseerd zijn. Wat is de gedeelde urgentie die de individuele praktijk overstijgt? Aan de leiding van het regieteam staat een sterke netwerkleider, die credibiliteit heeft binnen het veld en verschillende belangen kan overbruggen. Hij of zij moet ruimte geven voor gezamenlijke betekenisgeving en ongemak kunnen agenderen. - Maak heldere afspraken
Een RESV bouwen vraagt om continue afstemming en vertrouwen, en dat bereik je alleen met open communicatie. Maak afspraken waar je samen achter kunt staan en spreek verwachtingen regelmatig uit. Deel niet alleen de doelen, maar ook de stappen die gezet worden en de resultaten die zichtbaar worden. Reflecteer regelmatig of de samenwerking oplevert wat jullie hebben beoogd. Dit draagt niet alleen bij aan vertrouwen, maar werkt ook richtinggevend. - Ga niet te snel
Een andere valkuil is om te snel te willen gaan. Veel eerstelijnszorgverleners hebben hun handen vol aan de dagelijkse praktijk, en voelen zich (nog) niet thuis aan regionale tafels. Zoek daarom naar ‘meebeweegstrategieën’. Wie zijn de voorlopers die wél al regionaal denken en handelen? Hoe kun je die gebruiken als ambassadeurs? En waar zijn kleine samenwerkingen mogelijk die later opgeschaald kunnen worden? Bouw het RESV op zoals je een wijk opbouwt: steen voor steen, mens voor mens. Via gedeelde ervaringen, en niet via formats. - Onderschat de rol van taal en framing niet
Tot slot: let op de taal die je gebruikt. Termen als ‘governance’, ‘transformatie’ of ‘regionale structuur’ kunnen vervreemdend werken. Spreek liever over wat mensen raakt: goede zorg dichtbij, werkplezier, professionele autonomie, patiënten die minder van het kastje naar de muur gaan. Dat is de taal waarmee je de samenwerking laat bewegen en mensen laat zien dat het gaat over hún praktijk, hún patiënten en hún toekomst.
Ten slotte: navigeren zonder routekaart
De RESV is geen project met een duidelijke einddatum, maar een doorlopende beweging. Het is balanceren tussen vertragen (om samen op te lijnen) en versnellen (wanneer het momentum er is). Het vraagt van bestuurders strategie én sensitiviteit, richting én ruimte. Wie het met open vizier aandurft om in het onbekende te stappen, draagt bij aan een duurzame infrastructuur voor de eerstelijnszorg van morgen.
Weten wat wij voor je kunnen betekenen?
Bij TwynstraGudde hebben we veel ervaring met strategievorming, organisatieontwikkeling en veranderkundig leiderschap bij transformaties én transities in de zorg. We maken impact op morgen: we adviseren niet alleen, maar helpen organisaties veranderingen óók te realiseren en duurzaam werkend te krijgen. Heb je vragen over onze aanpak of wil je weten wat wij voor jou en je organisatie kunnen betekenen neem dan contact op.
Dit is het tweede blog in de blogreeks over het regionale eerstelijnssamenwerkingsverband van de toekomst. In deze blogreeks schrijven Wytse Brongers en Marenthe Wolffensperger over uitdagingen en tips bij de vorming van deze samenwerkingsverbanden.