Wij hebben gesprekken hierover gevoerd met Sander Waanders, directeur van Noaberkracht en Johan Vorstenbosch, algemeen directeur Kempengemeenten. Zij zijn beiden directeur van een organisatie die werkt voor meerdere gemeentelijke opdrachtgevers.
Kempengemeenten en Noaberkracht
In het landschap van ambtelijke fusies tussen gemeenten springen twee organisaties eruit vanwege hun ogenschijnlijke stabiliteit: de Kempengemeenten en Noaberkracht. Beide organisaties hebben de tand des tijds doorstaan en, in tegenstelling tot vele andere fusieorganisaties, staat hun toekomst op dit moment niet ter discussie.
De naam ‘Kempengemeenten’ is afgeleid van de geografische ligging van de vijf betrokken gemeenten - Bergeijk, Bladel, Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden - in het zuidoosten van de provincie Noord-Brabant. Samen bedienen deze relatief kleine gemeenten een gebied van ongeveer 85.000 inwoners. De kiem van deze samenwerking werd al in 2003 gelegd, maar de huidige samenwerkingsvorm is in 2010 verankerd in een gemeenschappelijke regeling. De drijvende kracht achter deze samenwerking waren de gemeentesecretarissen, die in hun dagelijkse praktijk de beperkingen van hun kleine organisaties tegenkwamen. Ook de gemeentebesturen zagen de noodzaak in van meer continuïteit, verhoogde kwaliteit van de dienstverlening en efficiëntie. De samenwerking werd dan ook ingegeven door de wens om de bestuurskracht van de individuele gemeenten te versterken. Anno 2023 voert de organisatie taken uit op diverse vakgebieden, waaronder maatschappelijke dienstverlening, de VTH-taken en ICT.
Noaberkracht
Sinds 2013 hebben de gemeenten Dinkelland en Tubbergen hun ambtelijke krachten gebundeld in de organisatie Noaberkracht. 'Noaberschap' is een Twents begrip dat staat voor nabuurschap en gemeenschapszin. Iets dat de twee gemeenten verbindt. Beide zijn plattelandsgemeenten met een vergelijkbaar karakter. Het idee voor Noaberkracht was gelegen in het verminderen van kwetsbaarheid en het vergroten van de bestuurskracht, in de verwachting dat het wellicht een voorloper zou zijn van een bestuurlijke fusie. Ondanks dat deze bestuurlijke fusie – vanwege politieke bezwaren – nooit heeft plaatsgevonden, heeft Noaberkracht zich in de afgelopen tien jaar bewezen als een stabiele en gezonde organisatie. Binnen deze samenwerking worden alle taken voor beide gemeenten uitgevoerd, met uitzondering van de raadsgriffies.
Overeenkomsten in de aanpak
Bij het bestuderen van zowel de Kempengemeenten als Noaberkracht springt een aantal overeenkomsten wat betreft benadering en strategie direct in het oog.
Een eerste overeenkomst die wij opmaken uit onze gesprekken is het belang van investeren in de onderlinge relaties en dat eigenaarschap een onontbeerlijke voorwaarde is. Bij investering in de relaties gaat het zowel om de relaties tussen de organisatie en de besturen, als de relaties tussen de besturen onderling.
Ook eigenaarschap mag niet ontbreken. Dit komt niet zomaar aanwaaien. In beide voorbeelden is gebleken dat gericht en bewust is gewerkt om het eigenaarschap stimuleren. Sander Waanders, directeur van Noaberkracht, zegt dat niet zomaar twee bestaande ambtelijke werelden kan samensmelten. Hij pleit er daarom voor om altijd samen te bouwen aan iets nieuws, zodat je beide eigenaar bent van hetgeen je hebt opgebouwd. Bij de Kempengemeenten wordt het eigenaarschap gestimuleerd door te werken met bestuurscommissies, waarin de portefeuillehouders uit de vijf gemeenten vertegenwoordigd zijn. De voorzitter van de commissie is op zijn beurt ook lid van het Dagelijks Bestuur, waardoor de wethouders zelf de verantwoordelijkheid dragen voor de samenwerking. ‘Hierdoor voelen de wethouders zich ook meer senang bij de keuzes die worden gemaakt en kunnen ze zich nu beter verantwoorden aan de gemeenteraden’, zegt Johan Vorstenbosch. Immers, ‘the profit is in the process’, sluit Johan mee af.
Ten derde bedienen beide organisaties gemeenten die geconfronteerd worden met vergelijkbare opgaven. Bij Noaberkracht raken de opgaven vooral aan thema’s zoals klimaatadaptatie, arbeidsmarkt, de omgang met een grote hoeveelheid vrijkomende agrarische bebouwing en digitalisering. Dinkelland en Tubbergen hebben dan ook – met respect voor lokale nuances – een soortgelijke visie op deze opgaven. Bij de Kempengemeenten zijn vooral de uitvoeringstaken in het sociaal domein (Wmo en de Jeugdwet), VTH-taken en ICT leidend.
Het vierde wat ons opvalt is dat beide organisaties erkennen dat je altijd autonomie inlevert in een samenwerking. Het is belangrijk dat beide organisaties zich dit realiseren. Tegelijkertijd wordt aangegeven dat dit wel ten goede komt van de kwaliteit en kwetsbaarheid. En het bijkomende voordeel is dat je je als collectief steviger kunt positioneren in de regio. Je legt gezamenlijk namelijk meer gewicht in de schaal dan alleen. Dit komt omdat je niet namens één maar namens meerdere gemeenten kunt spreken, waar dat van toepassing is.
Verschillende routes naar succes
Hoewel zowel de Kempengemeenten als Noaberkracht succesvolle voorbeelden zijn van ambtelijke fusies, zijn er ook duidelijke verschillen in hun benadering en structuur die bijdragen aan hun unieke karakter en succes. In gesprek met Johan Vorstenbosch, de algemeen directeur van Kempengemeenten, blijkt dat een deel van het succes is te danken aan de duidelijke structuur rondom de top van de organisatie. Gemeentesecretarissen zijn geen directielid van de samenwerkingsorganisatie. Johan benadrukt het belang van deze structuur: ’Directie voeren van een organisatie is een ander vak als het zijn van eerste adviseur van het college. Het zijn écht twee verschillende vakken.’ Wat wel goed werkt is het gezamenlijk overleg dat ze hebben ingesteld: het zes-directeuren overleg. Hierbij bespreekt de algemeen directeur met de vijf gemeentesecretarissen de agenda van het Dagelijks Bestuur (DB). Zo weten zij, als de DB agenda in de colleges aan de orde komt, wat meer van de achtergrond van de voorstellen, adviezen en besluitpunten.
De bestuurlijke governance van de Kempengemeenten is in aansluiting op deze filosofie gestructureerd. Er zijn vier bestuurscommissies ingesteld die het Dagelijks Bestuur adviseren. In het DB worden daardoor primair de adviezen van de bestuurscommissies ingebracht en besproken in plaats van de individuele gemeentelijke belangen.
In tegenstelling tot de Kempengemeenten ligt in het gesprek met Noaberkracht de nadruk meer op zachte interventies en de kracht van relaties. Zo blijken de wekelijkse gezamenlijke portefeuillehoudersoverleggen met de beleidsambtenaren enorm bij te dragen aan het gevoel van gezamenlijkheid en het uniformeren van de opdrachten aan de ambtelijke organisatie. Hierdoor staan beide gemeenten dicht bij elkaar en is er continu aandacht voor de onderlinge relaties – ook op bestuurlijk niveau.
Het sentiment en de taal die binnen Noaberkracht worden gebruikt, weerspiegelen ook deze focus op samenwerking. Sander Waanders, algemeen directeur van Noaberkracht, hanteert daarvoor het motto: ‘Als je wilt samenwerken, moet je altijd bereid zijn om iets nieuws te bouwen. Geen compromis van een beetje van jou en een beetje van mij, maar iets compleet nieuws.’
De wil om te bouwen aan een gezamenlijke toekomst
Tijdens de gesprekken hebben wij ervaren dat er per ambtelijke samenwerking verschillende manieren zijn om succesvol samen te werken. Soms biedt een structuur die eigenaarschap aanwakkert oplossing. Werken en bouwen aan relaties komt ook ten goede aan een duurzame samenwerking. Wat volgens ons in ieder geval onontbeerlijk is, is de wil om te bouwen aan een gezamenlijke toekomst. Zonder die wil lukt het niet!
Wij zijn ook erg benieuwd wat volgens jou de succesfactoren zijn voor ambtelijke fusieorganisaties. Laat het één van ons weten.
Houd mij op de hoogte over deze blogreeks