Mobiliteit neemt een behoorlijk gedeelte van onze openbare ruimte in. Gemiddeld is 40-60% voor mobiliteit. De plek van mobiliteit in onze openbare ruimte is continue in beweging. In de jaren 70 en 80 hebben steden grootschalige investeringen gedaan om onze mobiliteit faciliteren. Een van de meest spraakmakende voorbeelden hiervan is de Catharijnesingel in Utrecht, dat in 1968 werd gedempt tot een autoweg. In bijvoorbeeld steden als Eindhoven en Rotterdam zijn grote delen van de stad ontworpen met autobereikbaarheid als belangrijk uitgangspunt. Soms ging dit wel heel ver; zo waren er ideeën om de Singelgracht te dempen en de Pijp te slopen voor snelwegen. Dit ging niet zonder slag of stoot; door de kritiek zijn deze plannen uiteindelijk niet doorgegaan.
Hoewel het aantal auto’s in Nederland nog steeds groeit (onlangs is het aantal van 10 miljoen aangetikt), lijkt de balans in de openbare ruimte een andere kant op te gaan. Andere domeinen zoals woningbouw, vergroening, klimaatadaptatie of verblijfskwaliteit schreeuwen om ruimte. Vooral steden zijn op zoek naar een nieuwe balans. Het onlangs verschenen boek ‘de fijne stad’ van Vincent Luyendijk geeft vele inspirerende voorbeelden waarop de openbare ruimte op dit moment aan het veranderen is in Nederland. Deze ontwikkeling zie je in Nederland, maar ook in het buitenland; Londen gaat een drukke winkelstraat herinrichten en Parijs maakt werk van ‘Rues jardins’, vrijvertaald; parkstraten. Door de oogharen heen zien wij dat mobiliteit op vijf niveaus deze transitie vormgeeft.
Parkeerplaats niveau
Een auto neemt zo’n 12,5 m2 in beslag en staat zo’n 90-95% van de tijd stil. Onze totale parkeercapaciteit in Nederland bedraagt naar schatting 14-18 miljoen plaatsen: ongeveer de totale oppervlakte van de gemeente Amsterdam. En dat terwijl er naar schatting slechts acht miljoen auto’s zijn in Nederland. Verreweg de meeste auto's staan geparkeerd in de openbare ruimte.
Bron: Masterplan Mobiliteit 2050 - Ontwerp inrichting parkeerplaats Studio 1:1 & Dutch Design week ontwerp in uitvoering Studio 1:1
In de toekomst kan dit minder. Steden zijn steeds meer bezig om het aantal parkeerplaatsen terug te brengen. Straten en buurten kunnen steeds vaker kiezen om de eigen auto in te leveren en de parkeerplaats te benutten op andere manieren. Er zijn allerlei initiatieven die op parkeerplaats de ruimte anders inrichten. Als je inzoomt op één enkele parkeerplaats, dan is er al van alles mogelijk met die 12,5 m2! Om dit te laten zien heeft Studio 1:1 laten zien hoe deze 12,5 m2 op verschillende manieren ingericht kan worden. Een experiment in het kader van het Masterplan Mobiliteit 2050 voor de gemeente Eindhoven, waar TwynstraGudde projectleider voor was. Een experiment dat tijdens de Dutch Design Week op straat werd vertoond en concreet laat zien hoe de mobiliteitstransitie eruit kan zien en ruimte biedt voor vergroening, spelen, ontmoeten, fietsparkeren en zelfs een klein akkertje voor fruit en kruiden. En zo zijn er meer initiatieven in het land, zoals ook de gemeente Nijmegen die met de zogeheten Ruimtemaker flexibel parkeerplaatsen op een andere manier kan inrichten.
Bron van foto: LinkedIn - De ruimtemaker Studio Klinkenberg (Brakkenstein)
Straatniveau
Bron: Impressie herinrichting straat Frans Halsbuurt Amsterdam - Gemeente Amsterdam
Je ziet ook dat gemeenten op straatniveau zoeken naar een nieuwe balans. Vaak bestaat een straat vooral uit een weg voor de auto, een fietspad, parkeerplaatsen en een stoepen voor voetgangers, met hier en daar ruimte voor groen of een bankje. Eens in de zoveel tientallen jaren worden straten heringericht (aanleiding is bijvoorbeeld aanpassing van de riolering of verkeersveiligheid). Tegenwoordig grijpen gemeenten dit aan om de straat anders in te richten met meer ruimte voor vergroening en verblijven. Mooi voorbeeld hiervan is de Frans Halsbuurt in Amsterdam, waar is gewerkt aan een autoluwe en klimaatbestendige woonbuurt met veel ruimte voor voetgangers, fietsers, groen en speelmogelijkheden voor kinderen. Gemeenten maken vaak mooie impressie om de indruk te geven van de toekomstige straat. Visual Utopias besteed al jaren aandacht aan het visueel weergeven van een mogelijke toekomst voor straten of pleinen. En met de ontwikkeling van AI wordt dit steeds gemakkelijker.
Bron: Voorbeeld van Visual Utopia - Re-imagining the future through visual utopias | Research Institute for Sustainability
Pleinniveau
Enkele decennia geleden was er in elke binnenstad wel een aantal grote parkeerterreinen te vinden. Sinds de jaren zeventig veranderen steeds meer van deze pleinen. Het is nu bijna niet voor te stellen dat de Grote Markt van Groningen, de Markt van Eindhoven en de Markt van Roermond vroeger parkeerterreinen waren. Ook dat is nooit zonder slag of stoot gegaan. Ondernemers waren bang dat hun klanten samen met de parkeerplaatsen zouden vertrekken. Dit bleek uiteindelijk vaak mee te vallen. Ook uit onderzoek blijkt dat voetgangers en fietsers zorgen voor frequente bezoeken en een stabiele lokale economie. De hiervoor benoemde pleinen zijn allemaal pleinen geworden met ruimte voor groen, terrassen en markten. Mensen kunnen zich eigenlijk niet meer anders voorstellen.
Bron: media.indebuurt.nl/eindhoven en doe-eindhoven.nl
Bron: wikipedia
Naast definitieve herinrichtingen worden er ook voor pleinen experimenteren gedaan. Mooi voorbeeld hiervan is het bewegend bos dat tijdelijk bomen plaatst op pleinen, zoals te zien op de Grote Markt in Groningen.
Bron: media.indebuurt.nl/groningen en ruimtevoorjou.groningen.nl
Gebiedsniveau
Op dit niveau gaat het over autoluwe wijken of gebieden. Hele wijken of gebieden worden (her)ingericht, waarbij ruimtelijke kwaliteiten meer centraal komen te staan. Het meest in het oog springende voorbeeld van dit moment is de Merwedekanaalzone in Utrecht. In deze wijk is vooral ruimte gemaakt voor meer woningen, water, verblijven en groen. Dit is o.a mogelijk door een norm van maximaal 0,3 parkeerplaatsen per woning. Er wordt gebruik gemaakt van mobiliteitshubs aan de rand van de wijk met deelmobiliteit en bus-/tramhaltes. Zelfs de pakketten aan huis worden niet overal bezorgd, maar komen in logistieke hubs in de wijk zodat ook logistiek vervoer niet meer de hele wijk door hoeft. Hoewel er zeker ook kritische geluiden zijn, kijken velen uit naar de ervaringen en resultaten.
Bron: gelderlander.nl
Stadsniveau
Tot slot zie je transformaties van mobiliteitsruimte die impact hebben op de hele stad. Zo wil Amsterdam bijvoorbeeld de komende jaren zo’n 10.000 parkeerplaatsen gebruiken voor andere bestemmingen, zoals wonen of vergroening. Eindhoven pakt het weer anders aan. In hun nieuwe verkeerscirculatieplan ‘mobiliteit in balans’, mede opgesteld door TwynstraGudde, worden kruispunten of wegen getransformeerd tot minstens zes nieuwe pleinen en wordt het voetgangersgebied flink uitgebreid. Ieder plein heeft een eigen bestemming voor de stad, bijvoorbeeld voor evenementen, verblijven of looproute.
Bron: Mobiliteit in-Balans, Verkeerscirculatieplan, Eindhoven binnen de Ring en Verbeterplan Ring - Eindrapport
Een ander initiatief is in het buitenland te vinden; Ringland. Een burgerinitiatief dat de Ring van Antwerpen wil transformeren tot een park. Inmiddels worden de eerste stappen gezet hiervoor gezet (Ringland 2025).
Bron: deroma.be
Meer aandacht voor de ruimtelijk kant van de mobiliteitstransitie en intensievere samenwerking met andere domeinen
Ieder gebied, klein en groot, probeert een balans te vinden in de openbare ruimte. Of het nu op parkeerplaats, straat, plein, wijk of stadsniveau is. Deze blog pleit voor nadrukkelijke inzet en meer aandacht voor de ruimtelijke kant van de mobiliteitstransitie. Daar liggen grote kansen om niet alleen bij te dragen aan een beter en efficiënter mobiliteitssysteem, maar ook aan andere opgaven op het gebied van bijvoorbeeld wonen, het klimaat of leefbaarheid. Durf hierin ook de samenwerking op te zoeken met andere domeinen; groen, wonen of stedenbouw.
Deze ontwikkeling is al lang aan de gang en zal zich komende jaren doorzetten, zeker in de grotere steden in Nederland. Elke vierkante meter die vrijkomt kan benut worden om steden te verbeteren en beter voor te bereiden op de grote opgaven waar we voor staan. Het zijn allemaal losse initiatieven, maar gezamenlijk telt het op tot één transitie. Een transitie naar meer rechtvaardige, prettige en klimaatbestendige steden en dorpen.