,

De drie gratiën III
De bewegende installaties van de in Enschede geboren kunstenaar Tije de Jong (1963) doen ietwat surrealistisch aan door de vreemde combinaties die hij samenbrengt (zoals schoenen en paraplu’s in De Drie Gratiën III) en die volgens een eigen leven lijken te hebben door het bewegende aspect. Dit laatste zorgt voor verrassing bij de toeschouwer. De kunstwerken zijn enorme aandachtstrekkers, die zelfs een bezoeker met een blinde vlek voor kunst niet zullen ontgaan. Geïnspireerd door Dada-kunt en pop art maakt De Jong gebruik van swingende dassen stampende schoentjes en schuddende paraplus. Zijn titels verwijzen weliswaar naar Assepoester en andere sprookjeshelden en -heldinnen maar er zit meer kennis in van een eeuwenoude beeldtaal in zijn werkt verscholen dan er op het eerste humoristische gezicht uit naar voren springt.
Ze weten in elk geval de toeschouwer te raken. Ze ontlokken een glimlach of veroorzaken een gevoel van irritatie. In het voetspoor van Dada en popart kiest De Jong objecten uit het dagelijks leven, zoals mannen- of vrouwenschoenen, stropdassen, een herenjasje of deze paraplu`s die hij in de context van het kunstwerk uitnodigt uit hun rol te stappen.
