Reflexieve monitoring heeft als doel om leerprocessen binnen transitieprocessen te bevorderen en te versterken. Traditionele monitoring richt zich op het meten van voortgang ten opzichte van vooraf vastgestelde doelen. Reflexieve monitoring gaat verder, door te focussen op continue reflectie en aanpassing. Dit is vooral waardevol binnen de context van dynamische en onvoorspelbare transities.
Met behulp van Reflexieve monitoring kijk je naar de ambities die je op systeemniveau wilt verwezenlijken, de acties die je daarop onderneemt en de effecten die deze acties sorteren. Door hierop te reflecteren en daarvan te leren, kun je de aanpak waar nodig aanpassen. Hierdoor kun je zicht houden op de voortgang (liggen we op koers?) én snel en adequaat inspelen op veranderende omstandigheden.
Reflexieve monitoring is dus niet alleen gericht op ‘meten is weten’, maar vooral op continu leren, ontwikkelen en aanpassen. Het stelt een team of organisatie in staat om flexibel te blijven en haar
strategieën aan te passen aan nieuwe inzichten of veranderende omstandigheden. De methode kenmerkt zich door de volgende aspecten:
- Leren in actie: Reflexieve monitoring legt de nadruk op het leren tijdens het proces. Dit betekent dat de betrokken actoren voortdurend reflecteren op wat wel en niet werkt, en waarom dat het geval is.
- Iteratieve aanpak: Het proces is cyclisch en iteratief. Dat wil zeggen dat er continu wordt gereflecteerd (zowel op korte als op lange termijn) en dat die reflecties leiden tot aanpassingen in het proces of de interventies.
- Participatief: Reflexieve monitoring omvat de inbreng van verschillende betrokkenen, zoals medewerkers, burgers, klanten of andere belanghebbenden. Deze inbreng draagt op een gelijkwaardige manier bij aan de formulering van oplossingsrichtingen. Op deze manier krijg je een breed palet aan verschillende perspectieven op de voortgang en kun je diverse inzichten integreren in je aanpak.
- Focus op lange termijn en systeemniveau: Hoewel Reflexieve monitoring voortdurend helpt reflecteren op kortetermijninterventies, blijft het uiteindelijke doel gericht op langetermijntransities en duurzame verandering op systeemniveau.
Wanneer zet je de interventie in?
Waar je bij klassieke monitoring de gewenste resultaten en effecten helemaal kunt vatten in een set meetbare indicatoren, is dit bij complexe systeemveranderingen vaak niet goed mogelijk: veel maatschappelijke opgaven laten zich lastig vatten in specifieke, meetbare, actiegerichte, realistische en tijdsgebonden (SMART) doelstellingen. Transities verlopen grillig, schoksgewijs en disruptief, en de precieze uitkomsten van een transitieprogramma of -aanpak zijn daardoor lastig te voorspellen. Reflexieve monitoring helpt om de voortgang en de effectiviteit van een transitieprogramma of aanpak op een andere manier bij te houden, door te focussen op het ophalen van leerervaringen.
Wat heb je nodig?
Voor deze interventie zijn een omgeving en condities nodig waarin leren en reflecteren mogelijk worden gemaakt. Voorwaarde is dat zowel degenen die de monitoring uitvoeren als degenen die erbij betrokken zijn, de tijd en ruimte krijgen voor het open delen van ervaringen en voor het organiseren van reflectie. Dit vraagt ook om een veilige omgeving waarin open en diepgaand kan worden gereflecteerd en deze reflecties kunnen worden gedeeld. Bovendien vereist deze aanpak actieve betrokkenheid van alle stakeholders in het deelnemen en bijdragen aan de benodigde reflecties. In die zin vraagt hij ook tijd en capaciteit van de deelnemers om in meer of mindere mate bij te dragen aan het Reflexieve monitoringsproces.
Hoe zet je de interventie in?
Ben je benieuwd hoe je de interventie het beste kunt inzetten? Download dan hieronder de gehele interventie uit De Transitiegids.