Als adviseur van TwynstraGudde zie ik dat er in Europa veel ambities zijn rond duurzame mobiliteit en grensoverschrijdend spoor, maar dat de nachttrein daarin achterblijft. Het netwerk groeit niet, terwijl de potentie groot is. Vanuit onze ervaring met samenwerking, governance en financiering onderzochten we hoe overheden, leasebedrijven en vervoerders de handen ineen kunnen slaan om de nachttrein aantrekkelijk, betaalbaar en schaalbaar te maken. Het resultaat is een visie om samen te werken aan een toekomstbestendig netwerk voor de nachttrein in Europa.

De uitdaging voor beleidsmakers
Voor beleidsmakers bij de Europese Commissie, ERA (European Union Agency for Railways) en nationale ministeries ligt een duidelijke opgave. De potentie van de nachttrein is groot, maar er zijn een aantal grote obstakels die in de weg staan.
Zo zijn veel nachttreinen oud, is nieuw materieel schaars en duur en zijn de levertijden voor nieuw materieel lang. Daarnaast maakt de gefragmenteerde markt het lastig: verschillende regels, vervoerders en ticketsystemen zorgen voor een wirwar waar geen reiziger graag doorheen navigeert. En zonder een gezamenlijke standaard is investeren riskant, waardoor leasemaatschappijen en financiers terughoudend blijven.
Het gevolg is dat reizigers die wél de trein willen nemen, afhaken door moeizame boekingen of een onaangename ervaring. En publieke doelen op het gebied van CO₂-reductie en internationale bereikbaarheid worden niet gehaald.
In drie stappen naar een sterk Europees netwerk
Maar wat is er nodig om van losse initiatieven een echt Europees nachttreinnetwerk te maken? Drie bouwstenen zijn cruciaal:
- Een open standaard voor nachttreinmaterieel
Stel je voor: treinen die overal in Europa kunnen rijden, zonder gedoe met verschillende types of ingewikkelde aanpassingen. Een gezamenlijke standaard voor nachttreinen maakt investeren makkelijker. Het risico wordt gedeeld, financiers durven mee te doen en treinen kunnen makkelijker worden gecombineerd of uitgewisseld tussen landen. Het resultaat: lagere kosten, snellere levering en flexibele inzet van materieel. - Een financieringsstructuur, die opschalen mogelijk maakt
Materieel kan alleen beschikbaar komen als de financieringsvraag wordt opgelost. Dat kan via leasebedrijven (ROSCO’s), een publiek-private pool van treinen of een volledig publieke Europese pool, zoals Eurofima die rollend materieel financiert voor 25 nationale spoorwegmaatschappijen tegen non-profit voorwaarden. Met duidelijke afspraken over looptijden en toegang wordt investeren overzichtelijker voor alle partijen. - Samenwerken op één platform
De nachttrein is een internationaal product. Betrouwbaarheid groeit door een gezamenlijke aanpak: het delen van spoorpaden, data en het coördineren van storingen. Op knooppunten kunnen rijtuigen gekoppeld en ontkoppeld worden, waardoor meerdere bestemmingen bediend kunnen worden. Zo ontstaat schaalbaarheid en flexibiliteit, terwijl vervoerders nog steeds concurreren op service, prijs en beleving.
De rol van de beleidsmaker
Beleidsmakers - (bij o.a. ERA, DG MOVE (Directorate-General for Mobility and Transport) en nationale ministeries – hebben de sleutel in handen om deze bouwstenen te realiseren. Hun rol is vooral om kaders te scheppen die samenwerking en groei mogelijk maken:
- Standaarden afstemmen: EU en ERA kunnen standaarden harmoniseren en zorgen voor een gelijk speelveld, zodat alle treinen en vervoerders volgens dezelfde spelregels kunnen opereren.
- Corridors openen: lidstaten kunnen juridische en operationele barrières wegnemen en zorgen voor voorspelbare toegang en grenspassages.
- Financierbaarheid mogelijk maken: door garanties of deelname aan een materieelpool, zodat private partijen durven te investeren.
- Samenwerking stimuleren: publieke en private spoorwegmaatschappijen moeten samenwerken aan basisvoorzieningen en voordelen creëren voor wie meedoet. Denk aan voorrang bij toewijzing van treinpaden, toegang tot de materieelpool of lagere gebruiksvergoedingen.
Succesverhalen, die laten zien dat het kán
Gelukkig zijn er al voorbeelden, die laten zien dat de nachttrein kán floreren in Europa. Eén daarvan is de ÖBB Nightjet, het internationale nachttreinnetwerk van de Oostenrijkse spoorwegen. De Oostenrijkste staat heeft geïnvesteerd in een netwerk van nachttreinen en materieel. Zij exploiteren die treinen commercieel. Inmiddels zijn er 20 internationale routes.
Een ander voorbeeld is private vervoerder European Sleeper, die drie keer per week van Brussel via Amsterdam en Berlijn naar Praag rijdt. Dit laat zien dat ook private vervoerders een rol kunnen spelen. Deze succesverhalen verdienen navolging en ondersteuning. Elke nieuwe nachttrein die succesvol rijdt, creëert momentum voor de volgende en bewijst dat een modern netwerk haalbaar is.
Van visie naar realiteit
Het succes van de ÖBB Nightjet en European Sleeper laat zien dat er vraag is naar de nachttrein. Maar losse routes zijn niet genoeg. Door standaarden, financiering en samenwerking te organiseren kan een veerkrachtig netwerk ontstaan, waarin nachttreinen een vanzelfsprekend alternatief worden voor korte en middellangeafstandsvluchten. Daarmee draagt de nachttrein bij aan de Europese klimaatdoelen, internationale bereikbaarheid en een betere reizigerservaring.
Nachttrein als vaste waarde in Europa
De weg van romantiek naar routine vraagt om meer dan enthousiasme. Het vraagt om duidelijke keuzes en coördinatie vanuit beleid. Met een open standaard, een robuuste financieringsarchitectuur en een operationeel platform voor samenwerking, kan de nachttrein uitgroeien tot een volwaardig Europees vervoersproduct.
TwynstraGudde helpt beleidsmakers en sectorpartijen om deze condities te scheppen en de stap te zetten van losse initiatieven naar een duurzaam en schaalbaar netwerk. Want alleen door samen te werken, wordt de nachttrein weer een vaste waarde in het Europese mobiliteitslandschap.