Europese inspiratie: hoe houden andere landen grip op grond?
De uitdagingen die Nederland kent, zijn niet uniek. Ook in landen als Frankrijk, België (Vlaanderen), Duitsland en Oostenrijk worstelt de agrarische sector met schaarste, prijsstijgingen en speculatie. Wat opvalt, is dat deze landen kiezen voor een actieve rol van de overheid. Instrumenten als grondbanken en het recht van voorkoop worden daarbij ingezet om speculatie te beperken en landbouwgrond toegankelijk te houden voor agrariërs.
In Frankrijk spelen de SAFER (Sociétés d’Aménagement Foncier et d’Établissement Rural) een belangrijke rol. Deze publieke grondbanken kunnen landbouwgrond aankopen, voordat deze op de vrije markt wordt verkocht, om speculatie te voorkomen en jonge agrariërs een eerlijke kans te geven. In Vlaanderen werkt de Vlaamse Grondenbank op vergelijkbare wijze. Ook daar wordt het recht van voorkoop ingezet. Daarbij mag de overheid als eerste gronden kopen die te koop worden aangeboden, zodat strategische posities behouden blijven voor landbouw, natuur of andere publieke doelen.
Deze instrumenten stabiliseren de grondprijzen, houden grond beschikbaar voor agrarisch gebruik en zorgen ervoor dat de markt niet volledig wordt overgelaten aan de hoogste bieder. Ze zijn daarbij ingebed in een bredere visie op het landelijk gebied, waarin landbouw, natuur en economie elkaar versterken.
Het systeem van grondbanken en voorkeursrechten is echter geen wondermiddel. Het vraagt om aanzienlijke publieke middelen en kan leiden tot trage bureaucratische processen. Daarnaast is besluitvorming over wie mag kopen en tegen welke voorwaarden niet altijd transparant. Ook vinden sommige partijen dat overheidsinterventie de vrije markt verstoort en innovatie kan afremmen. Grondbanken en voorkooprechten dienen zodoende weliswaar een breed maatschappelijk belang, maar brengen ook uitdagingen met zich mee. Het succes hangt dus niet alleen af van het instrument zelf, maar ook van de manier waarop het wordt ingebed in een integrale strategie en zorgvuldig wordt uitgevoerd.
Versnipperd beleid in Nederland
De Nederlandse aanpak van de agrarische grondmarkt is op dit moment vooral reactief en sectoraal, waardoor sturing op de lange termijn ontbreekt. Het instrumentarium dat wél beschikbaar is, zoals het voorkeursrecht, is beperkt toepasbaar en (vooralsnog) niet bedoeld voor het behoud van agrarische functies. Hierdoor kunnen overheden slechts in uitzonderlijke gevallen ingrijpen, terwijl structurele oplossingen uitblijven.
Daarnaast is de Nationale Grondbank nog onvoldoende toegerust om een strategische rol te spelen. Niet alleen ontbreekt het aan mandaat en financiële slagkracht, ook is er geen duidelijke koppeling met regionale gebiedsopgaven. Dit maakt dat de Nationale Grondbank vooral een theoretisch instrument blijft.
Het probleem gaat echter verder dan instrumenten alleen. Momenteel lijkt er sprake te zijn van een gebrek aan samenhang tussen diverse beleidsterreinen. Landbouw, natuur, woningbouw, energie en infrastructuur worden vaak afzonderlijk benaderd. Provincies en gemeenten proberen wel regie te voeren, maar lopen tegen versnipperde bevoegdheden en financieringsstromen aan. Het Rijk stelt kaders, maar biedt onvoldoende richting of consistentie om gebiedsgerichte keuzes te ondersteunen.
De gevolgen zijn zichtbaar: grondprijzen stijgen, familiebedrijven verdwijnen en de toegang tot landbouwgrond wordt steeds meer een privilege voor de grootste en kapitaalkrachtigste partijen. Dit ondermijnt niet alleen de vitaliteit van het platteland, maar ook de maatschappelijke functies van landbouwgrond, zoals voedselproductie, natuurbeheer en landschapsontwikkeling.

Grip op grond met visie en slimme instrumenten
Mijn onderzoek laat zien dat een toekomstbestendige agrarische grondmarkt vraagt om meer dan alleen nieuwe regels. Het vereist een breed gedragen visie op het landelijk gebied, waarin landbouw, natuur en economie elkaar versterken. Instrumenten als een voorkeursrecht voor agrarisch blijvende grond en een krachtige (nationale) grondbank kunnen bijdragen aan een gelijkwaardigere grondmarkt, maar zonder regie en visie op gebiedsniveau raakt de balans tussen publieke en private belangen zoek.
Nederland kan veel leren van de aanpak in Frankrijk en Vlaanderen. Niet door simpelweg instrumenten te kopiëren, maar door te investeren in een integrale visie waarin overheid, markt en samenleving samen optrekken. Dat vraagt om politieke moed, bestuurlijke samenwerking en een lange adem. Juist in deze complexe opgave ligt een kans voor Nederland.
Samen werken aan toekomstbestendig landelijk gebied
Bij TwynstraGudde geloven we dat integraliteit de sleutel is. Een vitaal platteland, een toekomstbestendige agrarische sector en robuuste natuur zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. We zorgen dat plannen niet op papier blijven, maar in de praktijk werken.
Onze kracht ligt in het combineren van inhoudelijke expertise met procesvaardigheid. We helpen bij:
- Het ontwikkelen van een integrale gebiedsvisie.
- Het vertalen van die visie naar haalbare instrumenten en uitvoeringsstrategieën en de daarvoor noodzakelijke (uitvoerings-)organisaties.
- Het organiseren van bestuurlijke samenwerking en het creëren van draagvlak bij alle betrokken partijen.
Juist daar zit onze meerwaarde: wij brengen inhoud, proces en uitvoering bij elkaar. Dat maakt ons tot een partner die niet alleen adviseert, maar ook zorgt dat complexe opgaven écht gerealiseerd worden.
Wil je weten hoe wij dat doen of wil je sparren over jouw gebiedsopgave? Neem gerust contact op. Samen maken we keuzes die het verschil maken voor het landelijk gebied van de toekomst. En wil je meer verdieping? Mijn volledige onderzoek is beschikbaar.