In Nederland zijn circa 26 spooremplacementen (rangeerterreinen) waar structureel met gevaarlijke stoffen wordt gerangeerd. De veiligheid is vanuit het verleden op al die terreinen verschillend geregeld. Dat was verwarrend en onduidelijk.
TwynstraGudde heeft in het landelijk emplacementenproject het proces begeleid om met alle betrokkenen tot meer uniformiteit te komen.
In Nederland zijn circa 26 rangeerterreinen waar structureel wordt gerangeerd met treinen met gevaarlijke stoffen. Per rangeerterrein werd met vergunningen bepaald wat de veiligheidseisen waren, waardoor er een veelheid aan regels en eisen is ontstaan. Dat was verwarrend voor (internationale) vervoerders en leidde tussen de vergunningverlener (gemeente) en de vergunninghouder (de spoorbeheerder) vaak tot discussies over wat op de terreinen wel en niet was toegestaan en welke veiligheidsvoorzieningen hierbij passen. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vroeg ons om de rol van landelijk procesbegeleider in te vullen en het proces met alle betrokken partijen te begeleiden om tot een gedragen uniform resultaat te komen. Dit hebben we samen met de projectleider van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat gerealiseerd.
Er zijn veel partijen met verschillende belangen bij het veiligheidsbeleid betrokken: ministeries, vervoerders, de spoorbeheerder, gemeenten, omgevingsdiensten, veiligheidsregio’s en brancheorganisaties. Met deelname van al die partijen hebben we expertgroepen ingesteld om deelonderwerpen bij de kop te pakken. Hier ontstond inzicht in elkaars denkbeelden. Hoe kijken de verschillende partijen tegen risico’s aan? Daarnaast hebben we een kernteam, een regie- en afstemoverleg en een bestuurlijke tafel ingesteld. Hierdoor ontstond een helder werkproces waarin over tal van onderwerpen steeds op het juiste niveau keuzes konden worden gemaakt.
Een belangrijke stap in het proces was het formuleren van de juiste onderzoeksvragen. Waar hebben we het precies over en wat willen we gezamenlijk bereiken? Met de uitkomsten van de expertgroepen hebben we samen met de projectleider en alle betrokkenen een model voor categorisering van rangeerterreinen ontworpen. Het model omschrijft drie niveaus met bijbehorende voorzieningen en maatregelenpakketten. Per rangeerterrein zijn de veiligheidseisen in een factsheet opgenomen. De factsheets zijn voor akkoord voorgelegd aan de betreffende gemeenten. Na dat akkoord wordt een en ander vastgelegd in landelijke wet- en regelgeving.
Door vanuit strategische doelstellingen te werken aan assetmanagement, is een integrale afweging mogelijk. Wij hebben een Whitepaper geschreven over onze aanpak.
In het verlengde van de categorisering hebben we er samen met de projectleider en betrokkenen voor gezorgd dat er eenvoudige afspraken zijn gemaakt over monitoring van de (veiligheids)afspraken. Dit bespaart veel werk bij de spoorbeheerder en bij de handhavende diensten.
Het gezamenlijke proces met alle betrokken partijen heeft geresulteerd in eenduidige en toekomstgerichte afspraken over het veiligheidsniveau op spooremplacementen waar structureel met gevaarlijke stoffen wordt gerangeerd. Met deze uniforme afspraken is er duidelijkheid voor alle betrokken partijen. Doordat terreinen vergelijkbaar worden per categorie worden ze ook voorspelbaar voor vervoerders en hulpverleners. Dit komt de veiligheid uiteindelijk ten goede.
Onze adviseurs hebben kennis van veiligheid en infrastructuur en zijn bedreven in het begeleiden van complexe besluitvormingsprocessen. We zetten onze kennis in om de juiste onderzoeksvragen te agenderen en de uitkomst van een discussie in concrete resultaten samen te vatten. Tegelijk sturen we vanuit een onafhankelijke positie het proces zodat alle perspectieven tot hun recht komen.