In deel 1 van deze reeks introduceerden we het werk van Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman. In zijn boek Ons Feilbare Denken behandelt hij de vooringenomenheden die het kwantificeren van risico’s onbetrouwbaar maken. Het doorbreken van deze systematiek begint bij de bewustwording in de psychologie erachter. In dit blog vertalen wij deze theorie naar de gevolgen voor het kwantificeren van risico’s en introduceren we het kwalificeren van risico’s als alternatief.
Toegevoegd door Stefan Nieuwenhuijsen op 5 maart 2021
Deel 1 van deze blogreeks zijn we geëindigd met drie voorbeelden van vooringenomenheden van Systeem 1, zogenaamde ‘biases’. Deze ‘biases’ zijn stelselmatige fouten die Systeem 1 maakt als gevolg van heuristiek. Dit is het gebruik van eenvoudige procedures om adequate, maar vaak imperfecte, antwoorden op lastige vragen te vinden. Helaas is de lijst van ‘biases’ lang.
Hieronder enkele voorbeelden die voor risicomanagement belangrijk zijn.
Biases leiden tot het fenomeen dat Kahneman ‘substitutie’ noemt, waarbij hij de begrippen ‘doelvraag’ en ‘heuristische vraag’ introduceert. De doelvraag is het oordeel dat we proberen te vormen en de heuristische vraag is de eenvoudigere vraag die we in plaats daarvan beantwoorden. Oftewel, de doelvraag wordt onbewust gesubstitueerd (lees: vervangen) door de heuristische vraag.
In zijn boek geeft Kahneman het volgende antwoord op deze vraag: ‘We stelden onszelf de vraag hoe mensen in staat zijn om waarschijnlijkheden in te schatten, zonder precies te weten wat waarschijnlijkheid inhoudt. We concludeerden dat mensen die onmogelijke taak op een of andere manier vereenvoudigen. Wat we ontdekten, was dat als mensen waarschijnlijkheden inschatten, ze eigenlijk iets anders inschatten en vervolgens het idee krijgen dat ze de waarschijnlijkheid hebben ingeschat.’
Het kwantificeren van een risico is zelden een simpele vraag. Vele factoren, zowel niet als wel beïnvloedbaar en onbekend als bekend, hebben namelijk tegelijkertijd invloed op het risico. Substitutie is dan ook aannemelijk door de complexiteit van het vraagstuk. Bij de beantwoording van de nieuwe, heuristische vraag spelen eerder besproken biases (o.a. bevestigingsbias, aanpassen-en-refereren-bias, beschikbaarheidsbias) uiteraard een rol, waardoor de accuraatheid van het antwoord nog verder afneemt. Mochten we onszelf al bewust van deze onnauwkeurigheid zijn, dan laat de ‘illusie van validiteit’ ons vervolgens handelen alsof het de waarheid is. Kortom, hierdoor leidt het kwantificeren van risico’s vaak tot een schijnzekerheid en is de vele inspanningen meestal niet waard.
Uiteraard dient zich nu de vraag aan of in sommige situaties wel vertrouwd kan worden op de intuïtie van experts voor het inschatten van risico’s. Kahneman benoemt twee eisen aan omgevingen waarin dit wel het geval is:
Als voorbeeld verwijst hij hierbij naar de beruchte intuïtie van schaakgrootmeesters en ook de expertise van gespecialiseerde chirurgen die steeds weer dezelfde ingreep uitvoeren. Echter, in de huidige VUCA-wereld (Volatiel, Uncertain, Complex en Ambigu) is de kans dat in een organisatie of project aan deze twee eisen wordt voldaan dan ook bijzonder klein.
De systematiek voor het kwantificeren van risico’s is door de jaren heen sterk ingebed en in sommige organisaties zelf uitgegroeid tot een ware, tijdrovende kunstvorm. We zien om ons heen een groeiende tendens tot het soms zelfs tot achter de komma kwantificeren van lange risicolijsten. Deze inschattingen worden vervolgens gebruikt voor het (aan)sturen van organisaties en projecten en het onderbouwen van belangrijke beslissingen. Ook worden ze gebruikt als input voor probabilistische planningen en ramingen, waarbij de subjectiviteit, inconsistentie en onnauwkeurigheid van de input helemaal snel uit het oog verloren wordt. Wij willen een tegengeluid laten horen tegen deze tendens. Het doorbreken van deze systematiek begint bij de bewustwording van bovenstaande inzichten uit de psychologie. De systematiek dateert uit een tijd dat deze inzichten nog niet beschikbaar waren. Nu ze dat wel zijn, is het zaak hiernaar te handelen.
De volgende stap is dan ook om te komen tot een alternatief voor het kwantificeren. Een logische tegenhanger hierbij is kwalificeren. Hierbij gaat het niet langer om het toekennen van een getalswaarde aan een risico, maar juist ‘in woorden’ duiden van de ernst van de risico’s ten opzichte van elkaar. Bijkomend voordeel hiervan is dat kwalificeren automatisch het gesprek over risico’s uitlokt, wat weer het risicobewustzijn en de transparantie vergroot binnen de organisatie of het project.
Maar dan bestaan nog steeds de biases toch? Klopt. Gelukkig is niet iedere bias in dezelfde mate aanwezig bij iedere persoon. Door het kwalificeren van de risico’s in een diverse groep mensen te doen, worden de bias-effecten deels uitgemiddeld. Dit vraagt daarbij wel dat alle deelnemers ook de veiligheid voelen om hun inbreng te leveren. Inclusiviteit en diversiteit zijn dan ook van wezenlijk belang.
Wil je meer weten over het stoppen met kwantificeren van risico’s of het kwalificeren van risico’s, neem dan geheel vrijblijvend contact op.
Lees ook het eerste blog in deze reeks terug: 'Stop met kwantificeren van risico’s, want we kunnen het niet.'