Alles ademt beweging en dynamiek als je binnenkomt bij energienet-ontwikkelaar en -beheerder Alliander in het Westelijk Havengebied in Amsterdam. Aan de buitenkant is de uitstraling nog wat stug industrieel – het gebouw is opgetrokken uit bruine, metalen platen. Binnen is alles van hout. Dat geeft een ‘organische’ uitstraling die er mede voor heeft gezorgd dat het gebouw al meerdere architectuurprijzen heeft gewonnen. Gehelmde monteurs in zware, gele pakken en managers in blauwe hemden en spijkerbroek, lopen door elkaar heen.
Speciaal voor de fotografie heeft ceo Maarten Otto zijn sneakers thuisgelaten en op verzoek van Meryem een pak en zwarte schoenen aangetrokken: ‘Ik dacht: als Meryem een ceo in pak wil, dan krijgt ze een ceo in pak.’ Meryem, wel op sneakers, vraagt zich om zich heen kijkend hardop af of we hier in het hart van een transitie staan.
Maarten beaamt dat volmondig. ‘Alliander’, zegt hij, ‘werkt aan de energietransitie en ís een bedrijf in transitie. Wat dat eerste betreft: als netwerkbedrijf werkt Alliander aan een toekomstig energiesysteem dat gebaseerd is op andere aannames dan het huidige energiesysteem. Zo vinden we het nu nog volkomen normaal dat er overal en altijd elektriciteit of energie beschikbaar is. Daarvoor hebben we een top down energiesysteem gebouwd, dat bestaat uit grote elektriciteitscentrales van waaruit de energie in dikke kabels naar de wijken en bedrijventerreinen door het land wordt getransporteerd. Maar we gaan naar bottom up, waarbij de opwek en productie van energie nog maar deels centraal, en voor een groeiend deel decentraal gebeurt uit hernieuwbare bronnen.’
Er moet veel nieuwe infrastructuur bij komen. Niet alleen extra kabels en transformatorhuisjes. Wind en energie zijn niet constant beschikbaar, dus dat heeft gevolgen voor opslag en distributie. De markt voor energie verandert. En omdat het systeem instabieler wordt, moet de gebruiker ook veranderen en bewuster omgaan met op welk moment hij energie gebruikt.
Het gehele interview download je hieronder.