Programmadirecteur Tomas de Laat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) vertelt over hoe de besluitvorming is veranderd naarmate het programma Vrachtwagenheffing groeide. Bij de start van het programma was de besluitvorming nog vrij eenvoudig. Het programma bestond uit een overzichtelijk team en de belangrijkste keuzes hoefden alleen maar voorgelegd te worden binnen het Ministerie (aan de DG of de Minister). Ook was iedereen snel op de hoogte van de genomen besluiten, doordat het team compact was en binnen dezelfde organisatie werkte. Het besluitvormingsproces werd complex toen het programma flink groeide en de uitvoeringorganisaties steeds meer aan zet kwamen. Vanaf dat moment moesten besluiten op meerdere niveaus binnen organisaties én tussen organisaties genomen worden.
De belangrijkste lessen ten aanzien van besluitvorming die dat groeiproces heeft opgeleverd zijn:
Besluitvorming in grote programma’s vraagt om meer dan alleen duidelijke afspraken: het vergt een goed ingerichte governance, scherpe evaluaties, sterke communicatie, en betrokkenheid van alle partijen. De ervaringen van het Programma Vrachtwagenheffing laten zien hoe cruciaal deze aspecten zijn om een programma soepel en effectief te laten verlopen. Wil je meer leren over het verbeteren van besluitvorming en governance binnen jouw organisatie? Neem contact met ons, Merle en Liesbeth, op en ontdek hoe wij je kunnen ondersteunen bij het optimaliseren van jouw programma’s en samenwerkingen.
Het Programma Vrachtwagenheffing werkt aan de invoering van de vrachtwagenheffing in Nederland. Met de vrachtwagenheffing gaan alle eigenaren van vrachtwagens betalen voor het gebruik van de weg in Nederland. Het programma werkt aan het benodigde beleid en wet- en regelgeving, evenals het realiseren van een systeem om de kilometerheffing ook daadwerkelijk te heffen. Ook wordt er gewerkt aan subsidies en maatregelen om de logistieke sector te helpen verduurzamen en innoveren. Dit wordt betaald uit de opbrengsten van de vrachtwagenheffing. Bij de uitvoering van het programma werken vijf organisaties met elkaar samen: Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, RDW, Rijkswaterstaat, CJIB en ILT.