Hoe ga je om met de omgeving van een project?
  1. kennisbank
  2. Projectmanagement
  3. Hoe ga je om met de omgeving van een project?

Zonder macht gaat het niet

Degene die leiding geeft aan een project kan dat niet zonder gebruik te maken van enigerlei vorm van macht. Macht roept vaak een nare klank op, maar is op zich een neutraal begrip.

Macht is (in de definitie van Professor Mulder) een relatie tussen ten minste twee individuen of groepen waarin de één richting kan geven aan het gedrag van de ander of dit gedrag kan bepalen, en wel meer dan omgekeerd. Anders gezegd: het is het vermogen om, tot op zekere hoogte, richting te kunnen geven aan het gedrag van anderen. Macht is iets waarvan de bezitter al of niet gebruik kan maken. Macht wordt onder meer van 'boven' door de organisatie aan iemand toegekend (positiemacht). Hierbij kan gedacht worden aan de mogelijkheid tot het opleggen van straffen en het kunnen geven van beloningen zoals leuk werk, reizen, een bonus, etc.

Positiemacht als voorwaarde

De projectleider moet minimaal kunnen beschikken over enige 'positiemacht' (ook wel formele of legitieme macht genoemd. Anders gezegd: hij moet de bevoegdheden hebben die in overeenstemming zijn met de taak en de verantwoordelijkheden. Mensen zullen dan iets voor hem willen doen omdat ze vinden dat het hem 'rechtens' is toegestaan hen opdrachten te verstrekken. Op grond van de toegewezen functie in de organisatie wordt ook het recht verworven op toegang tot allerlei netwerken. Hierdoor worden mensen formeel en informeel beter bereikbaar voor elkaar en wordt op eenvoudige wijze toegang verkregen tot allerlei informatie.

De projectleider bezit ook macht doordat hij kan beschikken over middelen als personeel, apparatuur en geld. In veel gevallen heeft de projectleider dus ook geen macht, als hij niet hierover kan beschikken. Het spreekt voor zich, dat deze machtsbronnen alleen kracht hebben wanneer anderen deze middelen waarderen. De waarde van positiemacht hangt niet alleen af van het belang dat de medewerker hecht aan de formele positie van iemand, aan beloning of straf. Net zo bepalend is de mate waarin de organisatie, die de positie heeft gecreëerd, de middelen ook daadwerkelijk ter beschikking stelt.

Zonder persoonsmacht gebeurt er niks

Tegenover positiemacht, waar macht dus door de organisatie wordt toebedeeld, staat persoonsmacht. Deze is gebaseerd op de persoon. Het is macht die door 'beneden' aan de projectleider wordt toegekend. Het wordt in het dagelijkse taalgebruik wel aangeduid als charisma, invloed, aantrekkingskracht of gezag. Hier doen projectteamleden iets voor de projectleider uit respect voor zijn kennis, ervaring of energie. In sommige gevallen krijgt hij iets gedaan omdat mensen zich met hem willen identificeren, bij zijn project willen horen.

De minder-machtigen maken de machtigen

Al eerder werd macht gedefinieerd als een relatie tussen ten minste twee individuen of groepen. De aandachtige lezer heeft dus al begrepen dat dit betekent dat ook de minder machtige mensen bepalen hoe de relatie in elkaar steekt – door wat ze doen en door wat ze laten. Uiteraard drukken de machtigen meer hun stempel op de relatie, maar zij kunnen niet zonder die ander of anderen die minder macht hebben. De minder-machtigen maken de machtigen. Anders gezegd, de eigenschappen van de machtige zijn niet voor 100 procent beslissend. Macht is een relatie waarvan de minder-machtige deel uitmaakt.

projectmanagement-machtmodel

Macht voor de projectleider

Macht is een relatie tussen ten minste twee individuen of groepen waarin de één meer richting kan geven aan het gedrag van de ander dan omgekeerd. De projectleider bezit ook macht doordat hij kan beschikken over middelen als personeel, apparatuur en geld (en in veel gevallen heeft de projectleider geen macht omdat hij niet hierover kan beschikken).

Macht is een relatie tussen ten minste twee individuen of groepen waarin de één meer richting kan geven aan het gedrag van de ander dan omgekeerd. Macht is dus een relatievraagstuk en heeft dan ook net zo veel van doen met de projectleider (als machtige) als met de medewerker (de minder machtige).

Zoals in het schema is te zien, zijn er twee machtsbronnen te onderkennen: positiemacht en persoonmacht (ook wel invloed genoemd).

Positiemacht: de balans tussen verantwoordelijkheden met bevoegdheden

Volgens mij moet de projectleider kunnen beschikken over enige 'positiemacht' (ook wel formele of legitieme macht genoemd. Deze macht wordt door de organisatie aan de projectleider toegekend. Soms doen medewerkers hun werk voor de projectmanager omdat ze vinden dat het hem 'rechtens' is toegestaan hen 'opdrachten' te verstrekken. In dat geval is er sprake van hiërarchische- of beheersmacht.

De kern bij het formele machtsvraagstuk is dat de projectleider de bevoegdheden moet hebben die in overeenstemming zijn met zijn verantwoordelijkheden. Als de projectmanager bijvoorbeeld verantwoordelijk wordt gesteld voor het budget, dan moet hij de bevoegdheid (=macht) hebben om daar ook iets in te sturen. Als hij dus niet kan beschikken over middelen als personeel, apparatuur en geld, dan zullen medewerkers niet iets voor hem doen op formele gronden.

Onder positiemacht wordt in de boeken ook de mogelijkheid om te straffen en te belonen gerekend. Voor projectleiders is deze bron minder relevant. De enige beloningsmacht die een projectleider kan hebben, is aantrekkelijk werk aan iemand toewijzen, een bonus uit te keren of de medewerker mee te nemen naar belangrijke bijeenkomsten.

De machtsbron moet wel gewaardeerd worden

Het spreekt voor zich, dat deze formele machtsbronnen alleen waarde hebben wanneer anderen deze waarderen. De waarde van positiemacht hangt niet alleen af van het belang dat de medewerker hecht aan de formele positie van iemand, aan beloning of aan straf. Net zo bepalend is de mate waarin de organisatie, die de positie heeft gecreëerd, de middelen ook daadwerkelijk ter beschikking stelt.

Persoonsmacht krijg je van volgers

Tegenover positiemacht, waar macht dus door de organisatie wordt toebedeeld, staat persoonsmacht. Deze is gebaseerd op de persoon. Het is macht die door 'beneden' aan de projectleider wordt toegekend. Het wordt in het dagelijkse taalgebruik wel aangeduid als charisma, invloed, aantrekkingskracht of gezag. Hier doen projectteamleden iets voor de projectleider uit respect voor zijn kennis, ervaring of energie. In sommige gevallen krijgt hij iets gedaan omdat mensen zich met hem willen identificeren, bij zijn project willen horen.