Twee kernbegrippen: informele zorg en informalisering
Informele zorg is zorg en ondersteuning die wordt gegeven door mensen die dat niet als hun beroep doen en er dus ook niet voor worden betaald. Ze helpen omdat ze een persoonlijke band hebben met de cliënt, patiënt of bewoner, uit liefde, vriendschap of vanuit een idealistische inzet (zorgvoorbeter.nl).
Informalisering is de beweging richting een gelijkwaardige samenwerking tussen professionele en informele zorgverleners. Het doel van informalisering is om de zorg beter af te stemmen op de situatie en behoefte van de zorgvrager door optimaal gebruik te maken van de gecombineerde relaties, kennis, ervaring, middelen en vaardigheden van alle betrokkenen.
Informalisering is meer dan alleen uitgaan van zelfredzaamheid
Om goede zorg te blijven leveren moeten zorgaanbieders steeds scherper keuzes maken. Informalisering wordt gezien als één van de oplossingsrichtingen om professionele zorg beschikbaar en betaalbaar te houden.
In de praktijk van veel zorgaanbieders ligt de focus op wat zorgvragers in hun sociale context (nog) zelf kunnen, hun zelfredzaamheid. Verpleegkundigen en verzorgenden worden gestimuleerd om alleen taken op zich te nemen als hun cliënt of patiënt dat echt niet zelf kan, ook niet met inzet van het eigen netwerk en digitale hulpmiddelen. Een in de ouderenzorg veel gebruikte methodiek hiervoor is het vijf stappenmodel (de ‘schijf van vijf’) van Petri Cornelissen (zelfzorgensamendoen.nl).
Deze aandacht voor zelfredzaamheid is goed vanuit het perspectief van positieve gezondheid. Maar de manier van denken schiet om meerdere redenen tekort als oplossing voor de toenemende druk op professionele zorgaanbieders. We noemen er hier drie:
- Ten eerste is het belangrijk om te onderkennen dat door vergrijzing en ontgroening ook het gemiddeld aantal mantelzorgers en vrijwilligers per zorgvrager afneemt. Als er minder mantelzorgers en vrijwilligers zijn, zal gemiddeld genomen de kwaliteit en capaciteit van het netwerk rondom zorgvragers – en dus ook hun zelfredzaamheid - afnemen. Er is dan nog meer professionele zorginzet nodig en die is niet beschikbaar.
- Ten tweede hebben professionele zorgaanbieders een wettelijke verantwoordelijkheid als het gaat om het borgen van beschikbaarheid, kwaliteit en veiligheid van zorg, met name voor mensen die niet of zeer beperkt zelfredzaam zijn. Taken kun je opknippen, maar verantwoordelijkheid niet. Al was het maar omdat kwaliteit en veiligheid vaak zijn gekoppeld aan structurele randvoorwaarden, zoals goede huisvesting, voorzieningen, apparatuur, systemen en databeschikbaarheid en -veiligheid. Er zal dus altijd betrokkenheid nodig zijn van professionals.
- Tot slot is er is nog veel te winnen door het slim en laagdrempelig combineren van de inzet van professionele en informele zorg. Enerzijds door informele zorgverleners meer in te zetten binnen de muren van de intramurale zorg. Denk aan familie die altijd voor een oudere hebben gezorgd in de thuissituatie en precies weten waar hun dierbare behoefte aan heeft en wel en niet fijn vindt. Anderzijds door professionele kennis en ervaring juist meer in te zetten als onderdeel van het zorgnetwerk van mensen thuis, bijvoorbeeld door advies te geven over hoe de thuissituatie veilig kan worden gemaakt om vallen te voorkomen.
In deze integratie van professionele en informele zorg zit de echte winst. Om goed samen te kunnen werken is het cruciaal dat professionele zorgaanbieders verbonden zijn met het informele zorgnetwerk. En dat de actoren in dat netwerk zich niet belemmerd voelen door financiële, juridische, organisatorische en culturele grenzen en elkaar als gelijkwaardig zien.
Wat kan een zorgaanbieder doen die het volle potentieel van informalisering wil benutten?
Net zoals digitalisering van zorg meer is dan het simpelweg overdragen van (zorg)taken van mens naar machine, is informalisering meer dan het verdelen van taken tussen actoren. Om het potentieel van informalisering ten volle te kunnen benutten is het nodig om informalisering onderdeel te maken van zowel strategie en beleid, organisatie-inrichting en organisatiecultuur.
Concreet betekent dit voor een zorgaanbieder:
Strategie- en beleidsontwikkeling
- Strategische oriëntatie op informalisering, met onder andere:
- Inzicht krijgen in relevante ontwikkelingen in externe beleidsvorming, wet- en regelgeving en nieuwe financieringsmodellen voor netwerkzorg.
- Inventariseren van relevante organisatieconcepten en samenwerkingsinitiatieven op het gebied van domein-overstijgende samenwerking, zoals wijk- en buurtgericht werken, zorgcoördinatie, integraal regionaal capaciteitsmanagement en proactieve zorgplanning.
- Een overzicht en analyse maken van de actoren in de sociale netwerken van cliënten/patiënten, zowel privé, privaat als publiek: wie draagt op welke manier bij aan goede zorg? Wat zijn daarvoor van ieder de drijfveren? Waar zit samenhang en overlap?
- Een analyse maken van de eigen organisatie: hoe goed ben je toegerust op gelijkwaardig samenwerken in netwerken rondom je cliënten/patiënten?
- Onderscheid maken in verschillende typen zorgvragers (segmentatie), om te beginnen bijvoorbeeld in de mate van zelfredzaamheid. Per doelgroep in kaart brengen wat van welk type netwerkpartner kan worden verwacht en wat de formele verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de eigen organisatie, ook als zorg meer in het netwerk en in de thuissituatie of de buurt – en dus buiten de directe controle van zorgprofessionals - plaatsvindt.
- Opstellen en intern bespreken van een praktische visie op informalisering: Wat zie je voor de komende jaren als het realistische potentieel van informalisering? Wat kan jouw organisatie zelf doen om dat te realiseren? Welke afhankelijkheden van anderen zijn er? Wat gaat meehelpen om het potentieel van informalisering te realiseren en wat zijn cruciale belemmeringen die moeten worden opgelost? Welke verandering is dus nodig, zowel qua organisatie-inrichting als op het gebied van overtuigingen, houding en gedrag van medewerkers?
Organisatie-inrichting
- Werkprocessen aanpassen op de manier waarop sociale netwerken rondom de zorgvrager functioneren en daarbij toch de veiligheid en kwaliteit borgen vanuit de eigen formele verantwoordelijkheden.
- Nieuwe rollen en taken inrichten, zoals netwerkcoördinatie en -regie of advisering. Maar ook meer inzet op het realiseren van randvoorwaarden voor goed functionerende sociale netwerken en niet alleen direct zorgdiensten leveren.
- Heroverwegen van werklocaties, bijvoorbeeld meer werken op/vanuit locaties dichtbij de cliënt/patiënt om zichtbaar en benaderbaar aanwezig te zijn in de sociale netwerken. Bijvoorbeeld vanuit een herstelcentrum of multifunctionele buurtlocatie.
- Nieuwe systemen die de samenwerking tussen informele zorgverleners onderling en tussen informele en professionele zorgverleners ondersteunen, zoals de Hello 24/7 Mantelzorgapp (hello247.nl).
Organisatiecultuur
- Gelijkwaardigheid: wat betekent het om gelijkwaardig samen te werken met zorgvragers en mensen in hun informele netwerk. Maar ook: hoe ga je om met zorgvragers en informele zorgverleners die het zelf moeilijk vinden om vanuit gelijkwaardigheid te werken en soms verwachtingen hebben van professionele zorgaanbieders die niet realistisch zijn.
- De behoefte centraal: Hoe maak je datgene wat voor de cliënt/patiënt betekenis heeft het vertrekpunt voor de zorg en niet de eigen professionele kaders.
- Eigenaarschap: hoe kun je als zorgprofessional eigenaarschap nemen voor goede zorg zonder dat je directe zeggenschap hebt en kunt beheersen wat er in een sociaal netwerk gebeurt.
Samen aan de slag?
We brengen strategievorming, organisatieontwikkeling en veranderkundig leiderschap samen met concrete ondersteuning bij transities in de zorg. We maken impact op morgen door samen met organisaties daadwerkelijk veranderingen te realiseren en duurzaam werkend te krijgen. Meer weten? Neem gerust contact op.