Hoe trek je samen op in een context waarin dingen fundamenteel anders moeten en je moet sturen op het doorbreken van bestaande patronen en reflexen? Hoe kom je tot nieuwe perspectieven voor de toekomst en verbind je meerdere partijen op de weg daar naartoe? Een toekomst waarvan niemand nog weet hoe die er precies uitziet. En waarin het uiteindelijk gaat om een verandering van het systeem waar je zelf onderdeel van bent. Daar sluiten de bestaande overlegstructuren en werkwijzen onvoldoende op aan. Ze zijn vaak te diffuus en vrijblijvend, en te veel verbonden aan dat wat we nu kennen. Dit vraagt om iets anders, iets dat wij ‘de tussenruimte’ zijn gaan noemen.
Wij krijgen regelmatig de vraag te adviseren over de governance die nodig is om een akkoord tot uitvoering te brengen. In de uitvoering is er enerzijds behoefte aan voorspelbaarheid en houvast, aan structureren en plannen, aan monitoren en verankeren. Anderzijds is er juist behoefte aan ruimte voor vernieuwing, om te ontdekken en experimenteren, te leren en ontwikkelen. Er is meer nodig dan weten en meten, het gaat om kunnen, willen, durven en voelen. Hoe overbrug je die op het oog tegenstrijdige behoeften? Hoe kom je in die spanning in beweging?
In antwoord op deze vragen schrijven wij dit pleidooi voor de tussenruimte. Een oproep om tijd te nemen tussen het sluiten van een akkoord en het overgaan tot de uitvoering, en een eerste handreiking voor wat in de tussenruimte aandacht verdient. In dit artikel benoemen wij hier vier principes voor. Ons pleidooi is tot stand gekomen op basis van gesprekken met opdrachtgevers, inspiratiesessies binnen en buiten TwynstraGudde en adviesopdrachten. Het verhaal is onaf; wij nodigen de lezer uit dit samen met ons te verrijken en aan te scherpen.
Een krachtig, overkoepelend en samenhangend narratief dat het wenkende perspectief voor de toekomst schetst, biedt een basis om in beweging te komen. Maar mensen komen pas echt in beweging als ze zich kunnen verbinden aan dat toekomstperspectief. Als ze er betekenis aan kunnen geven door hun eigen aandeel in dat grotere geheel een plek te geven. En, nog preciezer: als ze vanuit het hier en nu kunnen duiden wat ze moeten overbruggen om het toekomstperspectief
te realiseren.
Een van de sectorale energietransitie-agenda’s waar wij bij betrokken waren, had een sterke focus op het eindbeeld: een duurzaam energiesysteem in 2050. De agenda bleek, hoewel bestuurlijk vastgesteld, in de praktijk niet breed gedragen en doorleefd. Sommige partijen herkenden zich er niet in. Dat kwam omdat de agenda incompleet was – alleen op de toekomst gericht, zonder oog voor het heden. Het én-én-verhaal miste; een narratief dat niet alleen het eindbeeld schetst maar óók ingaat op de rol die de betreffende sector in het huidige (fossiele) energiesysteem nog speelt. Een verhaal dat eenieder in de gelegenheid stelt vanuit het eigen perspectief aan te geven wat urgentie heeft, waarop zij aanspreekbaar zijn en waarop ook niet. Juist door in het narratief die ruimte te bieden, kan er een gezamenlijk gedragen en doorleefde agenda tot stand komen. En concreter de vertaling naar de uitvoering worden gemaakt.
Download het gehele artikel hieronder.