In maart 2021 vinden de Tweede Kamerverkiezingen plaats. Voordat een nieuw kabinet is gevormd en plannen zijn uitgewerkt, zijn we maanden verder. Maar veel zorginstellingen zijn nu al bezig met de vraag: welke richting gaat het op? Wij hebben de zorgparagrafen geanalyseerd van de verkiezingsprogramma’s van de (volgens de peilingen) zes grootste partijen met de meeste kans op regeringsdeelname: VVD, CDA, D66, PvdA, Groen Links, SP. In dit blog vatten wij de hoofdlijnen samen.
Toegevoegd door Bram den Engelsen op 6 januari 2021
2020 gaat de geschiedenisboeken in als het Coronajaar. Met een enorme impact op de (organisatie van de) zorg. De zwakke plekken in ons zorglandschap zijn bloot komen te liggen. Dit is aanleiding voor alle partijen om na te denken hoe we de zorg in de toekomst het beste kunnen organiseren. Uiteraard bestaan er onderlinge verschillen, maar de Coronacrisis heeft ervoor gezorgd dat de geanalyseerde partijen voor dezelfde hoofdrichting kiezen. Een robuust zorgsysteem, minder marktwerking, passende zorg, meer samenwerking.
Nederland moet in de toekomst een flexibele reservecapaciteit hebben, zodat er in tijden van een pandemie snel geschakeld kan worden. Het gaat hier om zowel personeel, als om middelen. Strategische medische voorraden moeten in Europa worden geproduceerd. Als het gaat om personeel zijn aantrekkelijke werkomstandigheden cruciaal, zowel primair als secundair: meer oog voor de medewerker. Daarnaast is er veel aandacht voor het ondersteunen van mantelzorgers. Om de robuustheid te bevorderen is samenwerking cruciaal. Tussen organisaties en tussen landen.
Als zelfs de VVD het woord ‘doorgeschoten marktwerking’ in de mond neemt, wordt duidelijk dat we op basis van de verkiezingsprogramma’s kunnen verwachten dat de overheid een sterkere rol krijgt in de organisatie van de zorg. De overheersende visie bij alle partijen is: marktwerking is ‘doorgeslagen’ en het systeem moet robuuster.
Dat betekent dat alle partijen willen inzetten op het wegnemen van productieprikkels zodat de bekostiging meer gebaseerd wordt op uitkomsten (kwaliteit) in plaats van op volume. Belangrijk is dat de regeldruk en registratielast afnemen.
Ondanks de consensus over minder marktwerking verschilt de voorkeur voor sturing. Een aantal partijen, zoals de SP en GroenLinks, pleit voor meer centrale sturing. Andere partijen, zoals het CDA en D66, leggen sterk de nadruk op regionale sturing.
Recentelijk hebben het Zorginstituut en de NZa het rapport ‘Samenwerken aan passende zorg: de toekomst is nú’ gepubliceerd. Dit rapport zal een prominente plaats krijgen op de tafel van kabinetsinformateurs. Immers, als de zorg niet verandert, gaat de helft van het bruto inkomen naar de zorg én werkt één op de vier mensen in de zorg in 2040. Dit maakt het betaalbaar houden van de zorg één van de belangrijkste vraagstukken van de komende tijd. En ‘passende zorg’ moet daaraan bijdragen, zo is ook terug te vinden in de verkiezingsprogramma’s.
Verschillende zorginstellingen worden op verschillende manieren betaald. Er bestaan schotten tussen de Zorgverzekeringswet, de Wet langdurige zorg en de Wet maatschappelijke ondersteuning. D66 pleit voor een sectoroverstijgend hoofdlijnenakkoord dat kan helpen om het hokjesdenken te doorbreken. Daarnaast ligt bij alle zes de partijen de focus op basiszorg dichtbij huis. Thuiszorgmedewerkers en wijkverpleegkundigen krijgen meer ruimte voor samenwerking met de huisarts, het ziekenhuis en sociale hulpverleners.
Naast een aanpassing van de financiering, willen alle partijen inzetten op preventie en digitalisering om de zorg betaalbaar te houden. Enkele voorbeelden:
Naast de rode draad van ‘passende zorg’ worden verschillende maatregelen genoemd om de zorg kwalitatief goed en betaalbaar te houden. De VVD en CDA pleiten ervoor dat behandelingen die niet bewezen effectief zijn niet meer vergoed worden. Zij willen daarnaast een eigen bijdrage per behandeling invoeren, net zoals D66, zodat je als patiënt niet in één keer door je eigen risico heen bent en je bewust bent van de kosten van de zorg. Deze eigen bijdrage kan maximaal oplopen tot het eigen risico.
D66 en PvdA geven aan dat ze minder productie willen stimuleren door samen te beslissen met de patiënt. Huisartsen moeten voldoende tijd hebben om hierover in gesprek te gaan met de patiënt. Het CDA wil een verschuiving van taken stimuleren door verpleegkundig specialisten, physician assistants en praktijkondersteuners meer over te laten nemen van medisch specialisten en huisartsen.
De PvdA en SP vinden het noodzakelijk dat spoedeisende hulp in alle regio’s beschikbaar is. Tot slot geven alle partijen aan dat medisch specialisten in loondienst zouden moeten komen, met uitzondering van de VVD.
Binnen de langdurige zorg is de tendens in de verkiezingsprogramma’s om meer toekomstbestendige woningen en kleinschalige woonvormen te creëren, waar mensen lang kunnen blijven wonen. Ook worden genoemd: digitalisering en om- en bijscholing van medewerkers.
Specifiek voor de GGZ geven veel partijen aan dat de bekostiging gekoppeld moet gaan worden aan de initiële diagnose. Ook moet de administratiedruk naar beneden.
Maar ook hier verschillen de partijen in een aantal voorstellen. De VVD en D66 zien in de toekomst voor zich dat de ouderenzorg ook onder de Zorgverzekeringswet valt, zodat verschillende vormen van zorg op dezelfde manier worden georganiseerd. GroenLinks pleit voor een zorgplan per regio waarin afspraken zijn gemaakt over de organisatie en kwaliteit van de ouderenzorg, huisartsenzorg, wijkverpleging, GGZ-zorg en ziekenhuiszorg. Dit wordt gefinancierd door een publiek zorgfonds.
Mede door de Coronacrisis is meer consensus ontstaan over het gewenste zorgbeleid: een robuuster systeem, minder marktwerking, passende zorg, meer samenwerking. Die termen staan dus hoogstwaarschijnlijk centraal in het uiteindelijke coalitieakkoord. Minder uitgekristalliseerd is hoe de sturing gaat plaatsvinden en wie dat doet: centraal door de overheid of regionaal door samenwerkende veldpartijen.
Lees ook het vervolg op dit blog 'Hoe gaat het nieuwe kabinet de zorg sturen?' Hier gaan wij specifieker in op verschillende thema’s, op de mogelijke kleuren van het nieuwe kabinet en het effect hiervan op het beleid.
Of het derde blog in deze reeks 'Zorgvastgoed robuust maken is geen eenvoudige opgave'.
Het vierde blog gaan we specifieker in op de arbeidsmarktproblematiek: 'Hoe zorgt een nieuw kabinet voor voldoende zorgpersoneel?'
Wil je in de tussentijd hierover doorpraten, neem dan contact met één van ons op.