Blog Coalitieakkoord: vooruitkijken is het devies voor zorginstellingen

Motto’s van coalitieakkoorden zijn taalkundig vaak bijzonder. ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’, zo luidt het motto van het nieuwe kabinet van VVD, D66, CDA en ChristenUnie. Hoewel ‘vooruitkijken naar de toekomst’ een wat pleonastische aansporing is, lijkt deze boodschap in elk geval voor zorginstellingen zeer relevant.

Toegevoegd door Bram den Engelsen op 13 januari 2022

Begin 2021 hebben wij een serie blogs gepubliceerd over de zorgparagrafen in de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen met de meeste kans op regeringsdeelname. Onze conclusie was dat er veel consensus bestond: geen grote stelselwijzigingen, wel een robuuster zorgsysteem met meer samenwerking. En veel aandacht voor Passende Zorg en Preventie.

Het heeft even geduurd, maar er ligt nu een coalitieakkoord waarvan de inhoud goed aansluit bij onze eerdere inschatting. Naast Preventie is Passende Zorg inderdaad een sleutelbegrip in het coalitieakkoord: ‘Passende Zorg is de norm’. Er wordt in de komende regeerperiode daarom jaarlijks enkele tientallen miljoenen euro besteed aan met name effectiviteitsonderzoek, wat uiteindelijk moet neerkomen op een structurele besparing van € 1,1 mld in 2037. Zorg die niet bewezen effectief en om die reden niet ‘passend’ is, wordt uiteindelijk niet meer vergoed.

In de media is er al veel gesproken en geschreven over het coalitieakkoord, vandaar dat wij hier vooral ingaan op punten die relevant zijn voor de toekomstige contractering van de zorg. Wij baseren ons daarbij op zowel het akkoord zelf, als op de budgettaire bijlage, die op onderdelen veel concreter is.

Coalitieakkoord: vooruitkijken is het devies voor zorginstellingen

Op naar een nieuw hoofdlijnenakkoord, met een stok achter de deur

De coalitie wil een ‘Integraal Zorgakkoord’ voor de Zorgverzekeringswet (Zvw). In de periode 2023 – 2026 moet dit leiden tot een krimp van het volume, oplopend van zo’n 0,6% in 2023 tot 2,5% in 2026. En uiteindelijk moet dit uitmonden in een structurele ombuiging van bijna € 1,5 mld vanaf 2027 (ofwel zo’n 3% van de uitgaven aan de Zvw in 2020). Over zo’n hoofdlijnenakkoord voor de hele Zvw moet uiteraard wel overeenstemming worden bereikt met alle veldpartijen en dat wordt niet bepaald eenvoudig.

Het lijkt erop dat de coalitie zich ervan bewust is dat een nieuw hoofdlijnenakkoord dat inzet op krimp van ziekenhuiszorg niet op voorhand op draagvlak kan rekenen. Men toont immers een forse stok achter de deur met het voornemen om alle medisch specialisten over twee jaar in loondienst te brengen als de medisch specialistische bedrijven niet serieus werk maken van Passende Zorg. Het is niet duidelijk op welke wijze dat straks wordt afgemeten, maar het zou zomaar kunnen dat het te sluiten hoofdlijnenakkoord daarbij mede als graadmeter zal worden gehanteerd. Gezien de verkiezingsprogramma’s was het onvermijdelijk dat er iets over medisch specialisten in loondienst zou worden afgesproken, immers alleen de VVD was hier geen voorstander van. Wat nu is overeengekomen geeft echter niet alleen veel chagrijn bij de dokters, maar ook veel onrust en onduidelijkheid en daar zitten ziekenhuizen nu niet echt op te wachten.

Ook wil de coalitie verder sleutelen aan het ziekenhuislandschap: ‘de hoog-complexe zorg wordt versterkt door te sturen op meer concentratie’ en ‘de planbare en acute zorg moet toekomstbestendig gemaakt worden’. Op zich is de concentratie van de complexe zorg al ver gevorderd, dus de vraag is welke winst daar nog is te boeken. Als het gaat om de overige zorg dan blijft de aanpak vaag. De NZa wordt gevraagd om met ‘regiobeelden’ te komen die ‘kunnen leiden tot een herschikking van het zorglandschap waarbij een integraal aanbod en Passende Zorg over domeinen heen voor iedereen in Nederland ongeacht woonplaats de normen zijn’. Hoe zo’n herschikking tot stand zou moeten komen, is kennelijk een vraag die de nieuwe minister Ernst Kuipers moet gaan beantwoorden.

Voor ziekenhuizen levert het coalitieakkoord vooralsnog dus de nodige onzekerheid op. En dat helpt meestal niet bij het rond krijgen van businesscases voor investeringen. Terwijl die investeringen nu juist op een te laag niveau zitten en echt een impuls behoeven.

Verplichte meerjarenafspraken in de langdurige zorg

Als het gaat om contractering dan vallen de verplichte meerjarencontracten en budgetafspraken in de ouderenzorg, gehandicaptenzorg en ggz op. Op zich bieden meerjarencontracten zorginstellingen meer zekerheid, mits de condities goed zijn. In de budgettaire bijlage wordt er echter op voorhand van uitgegaan dat meerjarige afspraken kostenbesparend werken. Voor de specialistische jeugdzorg komt er ook een verandering in de contractering, richting meer centrale inkoop. Hoe die er precies uit gaat zien, is nog niet bekend.

Scheiden wonen en zorg

Waar al lang over wordt gesproken gaat nu ook gebeuren: scheiden van wonen en zorg om de ouderenzorg toekomstbestendiger te maken. Er wordt in de kabinetsperiode eerst geïnvesteerd ‘om deze transitie op gang te brengen’. Uiteindelijk moet dit tot een structurele ombuiging leiden van € 1,2 mld in 2052. Zorgkantoren gaan bij de inkoop sturen op extramurale leveringsvormen (VPT, MPT, pgb). Voor aanbieders van ouderenzorg heeft deze geleidelijke transitie uiteraard invloed op hun zorgportfolio en op hun investeringsagenda.

Ondanks de inzet op langer thuis wonen is door zorgverzekeraars en zorgaanbieders al eerder afgesproken dat er landelijk 25.000 verpleeghuisplaatsen bij moeten komen om in 2025 aan de groeiende vraag te kunnen voldoen. In alle zorgkantoorregio’s zijn plannen gemaakt die optellen tot ruim 22.000 plaatsen. Per regio is het beeld echter nogal verschillend. De helft van de regionale capaciteitsplannen voldoet namelijk niet aan de vraag. Volgens Zorgverzekeraars Nederland (ZN) leidt jaarlijkse contractering tot onzekerheid bij zorgaanbieders en terughoudendheid in het doen van investeringen. ZN roept dan ook op om meerjarenafspraken te maken. Die oproep heeft dus in het coalitieakkoord gehoor gevonden. Boeiende vraag is natuurlijk of dit alsnog leidt tot extra investeringen in de verpleeghuiszorg.

Hoewel het coalitieakkoord uiteraard nog uitgewerkt moet worden maakt het wel duidelijk hoe belangrijk het is om als zorginstelling een meerjarenperspectief te hebben, niet alleen inhoudelijk maar ook financieel. Het werken met verschillende scenario’s helpt om de koers robuust te maken. Voorts moet je als zorgaanbieder vaardig zijn in het onderhandelen over meerjarenafspraken, wat iets anders is dan behendig zijn in de jaarlijkse inkoop- en verkoopgesprekken. Onderhandelen is, net als regeren, vooruitzien.

Ik ben heel benieuwd hoe jij kijkt naar de toekomstige veranderingen. Wat is jouw strategie? Ik praat hier graag met je over door.

Neem contact op met

Alle mensen

Neem contact op met

Alle mensen

Blijf op de hoogte

Ontvang de nieuwsbrief

Vragen?

Je kunt ons mailen of bellen 033 467 77 77

Impact op morgen.