In hoeverre is de samenwerking in de afvalwaterketen in Delfland, tussen hoogheemraadschap, gemeenten en waterbedrijven, doeltreffend en is de samenwerking robuust genoeg ingericht om toekomstige ontwikkelingen te faciliteren?
Deze vragen werden gesteld door het Algemeen Bestuur van Hoogheemraadschap Delfland, dat hiermee op zoek was naar inzicht in de voortgang van de samenwerking. Dit om de betrokkenheid bij en de grip op deze samenwerking te vergroten.
De Rekeningcommissie van het hoogheemraadschap vroeg ons dit te verkennen. Na onderzoek werd duidelijk dat de samenwerking veel bijdraagt aan de verhouding tussen de partners en daarnaast dat de resultaten van de samenwerking maar zeer beperkt kwantificeerbaar zijn. De betrokkenheid van het Algemeen Bestuur kan verbeteren door deze structureler te informeren over de voortgang van de samenwerking en een rol te geven bij het bepalen van de nieuwe doelen en opgaven, waar de samenwerking zich na 2020 op kan richten.
Het Netwerk Afvalwaterketen Delfland (NAD) is een samenwerking tussen Hoogheemraadschap Delfland, twaalf gemeenten en twee waterbedrijven, gericht op het vergroten van de doelmatigheid in de waterketen. Deze samenwerking richt zich, vanuit het Bestuursakkoord Water, op het besparen van kosten, het verbeteren van de kwaliteit en het verminderen van kwetsbaarheid. Het is voor Delfland van groot belang om deze samenwerking goed in te richten, zodat efficiënt gewerkt wordt en onnodige kosten bespaard worden. Delfland heeft immers de hoogste waterschapslasten per inwoner en dit komt grotendeels door de hoge zuiverings- en transportkosten. Om deze reden wil het Algemeen Bestuur (de Verenigde Vergadering; VV) van Delfland meer grip krijgen op deze samenwerking.
Een van de belangrijkste conclusies van het onderzoek is dat het beperkt mogelijk is om uitspraken te doen over de doelrealisatie van NAD. De gerealiseerde kostenbesparing volgt niet een op een uit de ondernomen inspanningen. Het inzicht dat daarnaast bestaat in de andere doelen is niet geheel toereikend. Gezien de gepleegde inzet en de nog korte tijd om aan deze doelen te werken, doet NAD er echter goed aan hier niet te veel effort in te steken. In plaats daarvan kan het zich beter richten op de nieuwe doelen die volgen uit de opgaven van de toekomst; klimaatadaptatie en het sluiten van de waterketen. Met de inzet op deze doelen, wordt ook beter aangesloten bij de bestaande energie en intrinsieke motivatie in de samenwerking.
De betrokkenheid van de VV bij NAD is beperkt. Wij brachten de mogelijkheden dit te verbeteren in beeld en reikten handvatten aan om meer effectief te communiceren. Om de betrokkenheid bij en de grip op de samenwerking verder te verbeteren, kan de VV van Delfland haar rol pakken bij het bepalen van de nieuwe doelen en opgaven waar NAD na 2020 invulling aan kan geven.
De VV wenste door middel van een onderzoek door de Rekeningcommissie inzicht te krijgen in de doeltreffendheid van de samenwerking en zo meer grip te krijgen. Dit onderzoek is uitgevoerd door Stan Duifhuizen en Arjan Löesink. Gekeken is naar het ‘waarom’, het ‘hoe’ en de resultaten van de samenwerking. Om de bevindingen hierbij objectief te toetsen en te beoordelen, is gebruik gemaakt van een uitgebreid normenkader. Om de juiste informatie op te halen is een documentanalyse uitgevoerd en zijn interviews gehouden met de verantwoordelijke portefeuillehouder, de programmamanager van de samenwerking en medewerkers van Delfland. Dit heeft een rapport opgeleverd dat besproken en vastgesteld is door de Verenigde Vergadering.
Door onze ervaring in samenwerkingsverbanden in de waterketen, zowel met organisatieoptimalisatie als dagelijkse uitvoering, begrijpen wij wat nodig is voor een effectieve samenwerking en zijn wij in staat verbetervoorstellen te doen en problemen op te lossen. Onze oplossingen hebben betrekking op bestuurlijke sturing en maatregelen die de ambtelijke uitvoering raken. Wij begrijpen de implicaties van deze oplossingen voor de specifieke situatie van NAD en Delfland. Hierdoor hebben wij de VV kunnen ondersteunen in hun zoektocht naar meer grip op de samenwerking. Onze conclusies en aanbevelingen zijn dan ook omarmd en overgenomen door zowel het College van Dijkgraaf en Hoogheemraden als de VV.